Werk moet lonen. Iemand die werkt, moet een inkomen verdienen dat hem of haar een goed leven geeft. Dat heeft ook de Europese Unie ondertussen begrepen. Zowel de voorzitster van de Europese Commissie (Ursula von der Leyen) als de eurocommissaris voor Werk en Sociale Rechten (Nicolas Schmit) zetten hun gewicht achter een voorstel om een Europees Minimumloon in te voeren.
Let op, met het huidige voorstel zou er niet één minimumloon komen dat geldt voor de hele Europese Unie. De verschillen in inkomen zijn (nog) veel te groot om van Dublin tot Sofia en van Stockholm tot Lissabon te werken met eenzelfde ondergrens.
Concreet broedt de Europese Commissie op een plan dat ‘Europese standaarden’ moet zetten rond het niveau van het minimumloon, de reikwijdte (wie valt eronder), de procedures en criteria voor de aanpassing ervan, en rond de rol van de vakbonden in dit hele proces. Nogal vaag, maar het minimumloon in Duitsland zou dus nog steeds hoger zijn dan dat in Kroatië en de manier waarop het minimumloon bepaald wordt (via een wet of een collectieve onderhandeling) blijft nationale materie.
De discussie is dus niet langer of er een minimumloon moet komen, maar wat de relatieve grens moet zijn. Het Europees Vakverbond (EVV) stelt alvast voor om te werken met een dubbele ondergrens: minstens 50% van het gemiddeld loon en 60% van het mediaanloon. Dit moet ervoor zorgen dat niemand meer in armoede moet leven.
Voor de meeste landen zou dat een serieuze verhoging van het minimumloon betekenen. Enkel in Slovenië en Frankrijk zou het minimumloon niet verhoogd moeten worden indien Europa beslist om deze grenswaarden te hanteren. Voor België zou het betekenen dat het minimumloon met ongeveer 25% moet stijgen, tot meer dan 12,50 euro per uur.
Welke impact zal dit hebben? Op dit moment werkt in België amper twee tot drie procent van de werknemers aan het minimumloon, in totaal zo’n 68.000 werknemers. Een verhoging van het minimumloon in lijn met het voorstel van het EVV zou ervoor zorgen dat naar schatting ongeveer tien procent van de werknemers in België hun loon rechtstreeks ziet verhogen, omdat hun loon momenteel tussen het bestaande minimumloon ligt en het doel vooropgesteld door het EVV.
Maar zover zijn we nog niet. Er is nog geen duidelijkheid over hoe hoog de relatieve grens zal liggen en of er überhaupt een Europese richtlijn hierrond komt. BusinessEurope (de werkgeversvertegenwoordigers) ligt dwars en ook enkele vakbonden uit noordelijke landen (Denemarken, Zweden en Noorwegen) zijn ronduit tegen.
Dat laatste mag misschien verbazen. Waarom zouden vakbonden nu tegen wettelijke minimumlonen zijn? In die Scandinavische landen worden alle minimumlonen bepaald via collectieve onderhandelingen in sectoren. De vakbonden daar vrezen dat elke inmenging van de staat (zei het de nationale or de Europese) hun systeem zal verzwakken.
Hoe dan ook is dit initiatief een lichte opsteker voor de gelovers in een meer sociaal Europa. Onder de vorige commissie (Juncker) werd met veel tromgeroffel de sociale pijler aangekondigd, maar ontbrak het aan duidelijk vernieuwende initiatieven op sociaal vlak. Deze commissie heeft althans de intentie om het beter te doen. Indien ze slagen, kunnen ze voor een wezenlijke verbetering van de werkomstandigheden zorgen van veel Europeanen. Avanti!