Afgelopen maandag vierde het Europees integratieproject zijn verjaardag, zij het niet in blakende gezondheid. Het ene na het andere brandje werd de afgelopen jaren na nachtelijk gerommel en geruzie tussen de Europese leiders met moeizaam geknutselde compromissen geblust.
Omdat ze ook wel inzien dat dit gemodder recht op de afgrond aanstuurt, besloten ze iets radicaals te doen. Ze riepen een conferentie van achthonderd doorsnee Europeanen bijeen om zich te buigen over de toekomst van Europa. De conclusies van dat beraad werden maandag feestelijk gepresenteerd in Straatsburg, waarbij de kersvers herkozen Franse president een sterk staaltje retoriek liet zien. Emmanuel Macron greep de gelegenheid aan om een proefballonnetje op te laten dat de 49 voorstellen waar de burgers maandenlang aan werkten volledig overschaduwt.
De belangrijkste aanbeveling van het burgerberaad is een institutionele vernieuwing waarbij het Europees Parlement meer te zeggen krijgt en veto’s in de Raad van regeringsleiders geleidelijk verdwijnen. Daarvoor moeten de Europese verdragen op de schop, een doos van Pandora die al jaren met crisisbesluitvorming omzeild wordt.
Macron onderschreef dat voorstel, maar kon het niet laten daarbij zijn eigen stokpaardje van stal te halen: een Europa van meerdere snelheden. Zulke integratie valt moeilijk te verzoenen met de democratische verzuchtingen van het burgerberaad. Samenwerking tussen beperkte groepjes op specifieke domeinen leidt tot een complexe constructie waarin besluitvorming meer weg heeft van diplomatie dan van een transparante democratie, getuige de eurogroep.
Vervolgens toverde hij een joekel van een proefballon uit zijn hoed, waarmee hij zelfs zijn eigen spindokters leek te verrassen. Uit het niets stelde Macron voor een Europese politieke gemeenschap te creëren, waarin plaats is voor samenwerking met democratische, naburige landen zonder volwaardig lidmaatschap van de EU. Een voorportaal voor Oekraïne, Georgië en Moldavië, maar ook het Verenigd Koninkrijk zou welkom zijn.
Wat dat toevoegt aan de vele bestaande vormen van samenwerking met naburige landen, was niet duidelijk. Terwijl het burgerberaad suggesties deed over het verankeren van sociale en ecologische principes in het DNA van de EU, gaat het debat over de toekomst van Europa nu over de louter symbolische en geopolitieke suggesties van Macron.
Als hij het meent met de toekomst van Europa, zou Macron kunnen beginnen met het opgeven van de Straatsburgse zetel van het Europees Parlement en zo de tweemaandelijkse verhuis schrappen waar geen Europeaan buiten de Franse grenzen de zin van inziet. Zolang nationale trots zo’n oer-logische beslissing overstijgt, moeten we Macrons serenades over een Europees kloppend hart met een korrel zout nemen. En pijnlijk constateren dat sommige van onze leiders toch liever praten dan te luisteren en plaats te maken voor de ideeën van burgers.
— Deze bijdrage verscheen eerst in De Morgen.