De politieke staking, een maat voor niets?

Op 10 oktober is er de aangekondigde ‘reactiedag’ tegen het zomerakkoord van Michel I. Er wordt gestaakt en actiegevoerd, vooral in de openbare sector en door de socialistische bonden. Het ACV & ACLVB doen niet mee.

Deze reactiedag is niet het eerste vakbondsprotest dat Michel I te slikken krijgt. In 2014 was er een werkelijke stakingsgolf met verschillende provinciale actiedagen en een nationale staking op 15 december. 2015 was kalmer, maar in 2016 organiseerde het ABVV nog een nationale stakingsdag op 13 juni. Als we daarbij de verschillende sectorale (bijvoorbeeld in de publieke diensten) stakingen bijrekenen komen we bijna op een record voor de regering-Michel. Op dit moment noteren we gemiddeld 12,2 stakingsdagen per maand en per 1.000 werknemers. Alleen de regering-Dehaene I (1992-1995) deed nog beter met 13,4 stakingsdagen toen er massaal tegen het Globaal Plan gestaakt werd.

Stakingsdagen.png

 

De politieke staking heeft haar nut bewezen

Formeel is bij een politieke staking de eis of klacht niet gericht tegen de werkgever, maar tegen de regering. De werknemers kunnen ontevreden zijn door het beleid, of door het gebrek aan beleid en hun onvrede tonen door samen het werk neer te leggen. Hierdoor willen ze druk uitoefenen op de regering om het beleid bij te stellen. Belangrijke politieke verwezenlijkingen zijn er gekomen door de extra druk van zulke politieke stakingen, bv. het algemeen kiesrecht, betaalde vakantie, weekend, etc.

Een politieke staking staat tegenover een economische staking, of een staking gevoerd rond bedrijfsspecifieke acties of om sectorale eisen kracht bij te zetten. In de praktijk is het onderscheid tussen economische en politieke stakingen niet zo scherp. Beide wortelen in een gevoel van onrechtvaardigheid en ongelijke mate van inspraak in de samenleving, en kunnen in elkaar overlopen. Zo verbreedde vorige week het politiek conflict in Catalonië met de afkondiging van een algemene staking.

Met het veranderende ideologische klimaat zijn in vergelijking met de jaren 60-70 de politieke stakingen van vandaag eerder defensief, en ze lijken ze weinig succesvol. Zo hebben de stakingen tegen het Generatiepact (2005) weinig kunnen veranderen aan het uiteindelijke resultaat, en de stakingsgolf in het najaar 2014 heeft de regering-Michel er klaarblijkelijk niet van weerhouden om hun beleid verder te zetten. Maar ook dat is niet eenduidig. Zo stond in de stakingsgolf van 2014 wel een offensieve eis centraal (eerlijke fiscaliteit) en voelt de regering zich verplicht om ten minste pro forma daarrond wat initiatieven te nemen.

 

Een algemene staking beïnvloedt de verkiezingsresultaten

Is zo’n politieke staking dan echt een maat voor niets?

Volgens enkele onderzoekers is dat zeker niet het geval. Zij keken niet naar de directe resultaten van een staking, maar naar het effect van een algemene staking op de verkiezingsresultaten van de partijen uit de regering.  Uit hun analyse blijkt dat de grootste partij in een regering die te maken krijgt met een algemene staking het gelag meestal moet betalen. Als ze de staking op hun bord krijgen in de eerste jaren van de legislatuur dan is er een gemiddeld negatief effect van 1,5 procentpunten. De grootste partij zal dus (gemiddeld, en gecontroleerd voor andere factoren) 1,5 procentpunten minder stemmen krijgen. Als de algemene staking georganiseerd wordt kort voor een nieuwe stembusgang, dan is het effect veel uitgesprokener en stijgt het tot 4,6 procentpunten.

Regeringspartijen doen er dus goed aan om algemene stakingen te vermijden willen ze hun stemmen behouden. Hoe dat moet, dat leren we uit een andere studie van dezelfde onderzoekers. Blijkt dat regeringen die vakbonden betrekken in hervormingen veel minder met algemene stakingen te maken krijgen dan regeringen die unilateraal het beleid erdoor duwen. Natuurlijk doet ook het profiel van de regering ertoe. Een rechtse regering loopt veel meer kans om te maken te krijgen met algemene staking dan een linkse. Maar als die rechtse regering de vakbonden betrekt in haar beleid kan ze de kans op een algemene staking aanzienlijk verminderen.

 

Het nut van de politieke staking

De politieke staking heeft haar nut dus bewezen in het verleden om échte maatschappelijke stappen vooruit te zetten. Tegelijk lijken de recente voorbeelden te getuigen van weinig directe impact, hoewel dat zeer moeilijk te meten is. Indirect, via de verkiezingsresultaten, blijken politieke stakingen nog steeds een rol te spelen. Ze kunnen het debat een stuk mee bepalen en een zittende regering tot verantwoording dwingen over bepaalde onderwerpen.

Dat neemt niet weg dat er gedebatteerd kan en mag worden over de (strategische) wenselijkheid van sommige politieke stakingen. Dat debat wordt dan ook gevoerd binnen en tussen de vakbonden. Terecht. Maar net zoals bij stakingen rond bedrijfsspecifieke redenen, is het niet aan de orde om politieke staking bij het groot huisvuil te zetten, een politieke staking kan wel degelijk zijn effect hebben.

Deze opinie verscheen eerder op dewereldmorgen.be.

De gevaren van de collectieve winstpremie

Een vermogensbelasting voor dummies