Vele duizenden mensen met een fysieke of een mentale beperking staan er geblokkeerd, vaak jarenlang: zij hebben nood aan zorg en ondersteuning, maar krijgen die hulp voorlopig niet – en hoeveel jaren die 'voorlopig' nog zal duren, niemand die het hen kan of wil zeggen.
Bijzonder zuur om dan te moeten vaststellen dat de Vlaamse regering wél honderden miljoenen euro veil heeft voor het verlagen van de erfbelasting van de meer gefortuneerden in het leven, terwijl ze hulpeloos de armen de lucht in gooit en zegt echt de middelen niet te vinden om mensen met een handicap de zorg te geven die zij verdienen.
Het is niet zo dat de Vlaamse overheid ondertussen niets doet: wie al minstens sinds 2014 als meerderjarige op een wachtlijst voor zorg staat, heeft nu recht op een basisondersteuningsbudget, een som van 300 euro per maand waarmee iemand met een fysieke of een mentale handicap zelf hulp kan zoeken.
Het voorbije jaar ontvingen bijna 8.000 meerderjarige Vlamingen die steun – en al geeft de term zelf al aan dat het een som is waarmee enkel de basis van de nodige ondersteuning bekostigd kan worden, het is natuurlijk beter dan niets, en vergt al een serieuze budgettaire inspanning van de overheid.
Eind goed, al goed? Helaas is het zo eenvoudig niet. Want veel van de mensen die recht hebben op een basisondersteuningsbudget vinden door hun handicap geen lonend werk, moeten rondkomen met een vervangingsinkomen waarmee ze het hoofd niet boven water kunnen houden, en zijn maatschappelijk erg kwetsbaar. Zeker mensen met een lichte mentale beperking, soms met een bijkomende psychische problematiek, belanden dan al snel in moeilijkheden.
Door de ellenlange wachtlijsten bij ondersteuningsdiensten die hen kunnen bijstaan in het beredderen van hun huishouden staan ze er helemaal alleen voor, ook al lukt hen dat niet altijd even goed; facturen blijven liggen, de huur blijft onbetaald; en voor ze het goed en wel beseffen zitten ze tot over hun oren in de schulden en wordt hun inkomen aangeslagen. Met inbegrip van het basisondersteuningsbudget waar ze jaren op hebben moeten wachten.
Gevolg: Vlaanderen soupeert zijn al te magere zorgbudget op aan het aflossen van schulden van mensen die in de problemen zijn gekomen door het in de eerste plaats al ontbreken van de nodige ondersteuning.
En ondertussen krijgen die mensen nog stééds niet de zorg die zij nodig hebben: hun basisondersteuningsbudget verdwijnt in de zakken van schuldeisers. Het is een straatje zonder eind dat niemand vooruithelpt. Zou het dan niet nuttiger zijn die middelen te investeren in de ondersteuningsdiensten zelf, zodat zij iedereen die er nood aan heeft effectief kunnen begeleiden, ook en zeker wie door het eerder ontbreken van dat aanbod meegesleurd werd in een schuldenspiraal? Toegegeven, het gaat in tegen het mantra van de persoonsvolgende financiering, het past niet in het verhaal dat een cashbudget voor wie hulp nodig heeft altijd beter is dan de uitbouw van zorgaanbieders. Maar het effectief verzekeren van zorg, ook voor de meest kwetsbaren, is belangrijker dan de zuiverheid van goedbedoelde principes.
-- Dit stuk verscheen op 20 maart in De Morgen.
Edit (28 maart 2018): In het ontwerp van decreet 'Vlaamse Sociale Bescherming' dat dit jaar in het Vlaams Parlement goedgekeurd zou moeten worden, wordt een artikel ingeschreven dat zorgtegemoetkomingen zoals het basisondersteuningsbudget en het zorgbudget moet vrijwaren van inbeslagname bij schulden. Een positieve zaak, dus.