Volgens nieuw onderzoek van De Tijd en Le Soir bevinden zich op het adres Route d’Esch 412F verschillende van de 100 rijkste Belgische families. Ook op andere plaatsen blijken verschillende van die rijkste Belgische families eenzelfde adres te delen. Sympathiek, zou je zeggen: de rijkste families van het land stoppen zich niet weg achter grote poorten in gigantische villa’s, maar doen aan co-housing in kleine kantoortjes.
Minder sympathiek is dat de kantoren zich in het Groothertogdom Luxemburg bevinden. Dat het om 162 postbusvennootschappen gaat zonder enige economische activiteit maar met een eigen vermogen van 48,4 miljard euro. Dat die vennootschappen ook naar andere exotische belastingparadijzen leiden zoals Panama en de Britse Maagdeneilanden. En dat dus nog maar eens blijkt dat die rijkste families massaal toegang blijven hebben tot fiscale constructies die enkel en alleen dienen om veel minder belastingen te betalen.
Sommigen zullen zeggen dat “onze” rijken in Luxemburg zitten om andere redenen, zoals “rechtszekerheid”. Laat u niets wijsmaken. Luxemburg staat zevende op de Financial Secrecy Index van het Tax Justice Network. Volgens onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam is het één van de “offshore riolen”, “een jurisdictie waarin een disproportionele hoeveelheid waarde uit het economisch systeem verdwijnt”. Volgens alle serieuze waarnemers is en blijft Luxemburg één van de belangrijkste belastingparadijzen ter wereld. De rijkste Belgen zijn daar, net als investeringsfondsen die nota bene mede in handen zijn van overheidsinstellingen en sociale bewegingen, fictief aanwezig om minder belastingen te betalen.
Misschien nog het ergste is dat we het allemaal al lang weten. Na de OffshoreLeaks, de LuxLeaks, de SwissLeaks, de PanamaPapers en de ParadisePapers is het geen grote verrassing meer dat vermogende individuen en grote ondernemingen massaal belastingen ontduiken en ontwijken.
Onze politici zitten erbij en kijken ernaar. Zich verschuilen achter Europa, zoals Minister van Financiën Van Overtveldt (N-VA) doet, is al te gemakkelijk. En bovendien hypocriet, aangezien onder zijn bewind België telkens zo veel mogelijk de Europese regels rond belastingontwijking bestrijdt en afzwakt.
Een Belgische wet kan duidelijk maken dat postbusvennootschappen illegaal zijn, door heldere criteria voor werkelijke economische activiteit te definiëren (de zogenaamde “substance test”). Zo kan het allemaal heel simpel zijn. Waar mensen wonen en gebruik maken van de openbare diensten en infrastructuur, moeten ze belasting betalen. Waar er geen economische activiteiten plaatsvinden, moeten er ook geen vennootschappen zijn.
Bovendien zouden politici ook andere privileges voor de rijken in de Belgische wetgeving onder handen kunnen nemen, zoals het ontbreken van een meerwaardebelasting, en het toelaten dat vermogende individuen belastingen ontwijken via de oprichting van vennootschappen. Gwendolyn Rutten (OpenVld) zei twee weken geleden nog in Humo: “U denkt toch niet dat ‘de rijken’ personenbelasting betalen? (…) Wie echt veel verdient, richt een vennootschap op.” En verder: “Miljardairs betálen geen erfbelasting. Hun kapitaal zit veilig weggeborgen in constructies.” Iets aan die privileges doen, daar heeft Rutten echter geen goesting in.
Uit opinieonderzoek in 2016 bleek dat 89% van de Belgen voorstander is van strengere wetten rond belastingontwijking en belastingparadijzen. Toch blijven politici uitvluchten verzinnen om de privileges van de rijken in stand te houden. We leven niet in een democratie, maar in een plutocratie.
One rule for the rich, one rule for the rest of us, een zoveelste episode. Ik noem dat Soumission.
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Morgen.