Meer mensen aan het werk krijgen, en mensen langer aan het werk houden: in het licht van de vergrijzing een breed gedeelde ambitie. We leven steeds langer, spreekt het dan niet vanzelf dat we langer moeten en ook kunnen blijven werken?
De realiteit blijkt een stuk weerbarstiger. Sociale klasse beslist over gezondheid en leven. Een pensioenbeleid dat daar geen rekening mee houdt, is fundamenteel onrechtvaardig: het laat de prijs van de ongelijkheid betalen door wie het minst fortuinlijk is.
Het klopt dat, gemiddeld, meer mensen ouder worden: door de verbetering van onze levensomstandigheden stijgt de levensverwachting. Maar gemiddelden verhullen hoge hoogtes en diepe dalen. De cruciale vraag is niet of de levensverwachting stijgt, maar voor wie ze stijgt. Wie die vraag eerlijk beantwoordt, zal niet meer zo overtuigd zijn van het credo ‘allemaal langer aan het werk’, dat het pensioendebat beheerst.
Sociale ongelijkheid heeft een enorme impact op onze levenskansen. Net voor corona verscheen een studie naar de evolutie van de levensverwachting in België door onderzoekers verbonden aan Sciensano, de Universiteit Gent en de VUB, op basis van de meest recente censusdata. Wat blijkt? Tussen 2001 en 2011 steeg de levensverwachting voor hooggeschoolde mannen dubbel zo snel als de levensverwachting voor laaggeschoolde mannen. Voor laaggeschoolde vrouwen is er zelfs helemaal geen sprake van vooruitgang: hun levensverwachting stagneerde. Een hooggeschoolde vrouw kon in 2011 verwachten vijf jaar langer te leven dan een laaggeschoolde vrouw, en een hooggeschoolde man leeft zes jaar langer dan een laaggeschoolde man. Beeld u in: wat zou u doen met vijf of zes levensjaren meer?
Het contrast is nog schrijnender als we focussen op ‘gezonde levensjaren’: het aantal jaren dat iemand kan verwachten in goede gezondheid en zonder zware beperkingen te leven. Alleen hooggeschoolde mannen gaan erop vooruit; het aantal verwachte gezonde levensjaren voor lagergeschoolde mannen, en voor hooggeschoolde vrouwen, is gestagneerd. De gezonde levensverwachting van lagergeschoolde vrouwen gaat er zelfs op achteruit. Hooggeschoolde mannen kunnen rekenen op meer dan tien jaar langer in goede gezondheid leven dan laaggeschoolde mannen. Bij vrouwen bedraagt dat verschil zelfs meer dan dertien jaar.
Het feit dat sociale klasse bepalend is voor onze levenskansen – hoe lang we leven, en hoe lang we in goede gezondheid leven – wordt ook bevestigd door onderzoek van het Intermutualistisch Agentschap. Zij gingen niet het verband na tussen scholingsgraad en levensverwachting, maar keken naar de relatie tussen de inkomens in een wijk en de gezondheid van de mensen die leven in die wijk: hoe vaak ze ziek waren, met welke ziektes ze kampen, wanneer ze sterven.
Wie in een arme wijk woont, heeft de helft meer kans om te sterven binnen een gegeven jaar dan iemand met eenzelfde leeftijd die in een rijke wijk woont. Hoe lager het inkomen in een wijk, hoe hoger de kans op uitval door langdurige ziekte of invaliditeit, en hoe vaker mensen lijden aan chronische aandoeningen. Doorheen heel de inkomensverdeling, en niet alleen voor wie het armst of het rijkst is, bepaalt het inkomen de kans op een goede of slechte gezondheid. In wijken van de middenklasse is men zieker en sterft men sneller dan in rijke wijken, in arme wijken is men zieker en sterft men sneller dan in wijken van de middenklasse.
We leven steeds langer, dus we kunnen gerust langer blijven werken? De realiteit is minder rooskleurig. Onze levenskansen, onze levensverwachting en onze gezondheid worden bepaald door onze sociale klasse. Het klopt dat de hoogste sociale klassen erop vooruitgaan: hogeropgeleiden, mensen met een hoger inkomen leven steeds langer, en in een betere gezondheid. Maar lagere sociale klassen hebben hun levenskansen er niet op zien vooruitgaan: ze worden vaker ziek, kennen minder gezonde levensjaren, en sterven sneller. Zou het dan niet onrechtvaardig zijn om net hen de prijs van de ongelijkheid te laten betalen? We kunnen niet om het ontstellende feit heen dat rijk doet leven, en arm doet sterven.
— Deze bijdrage verscheen eerder in De Standaard.