Jarenlang werd Duitsland geprezen als de economische modelstaat. Gebaseerd op een beleid van loonmatiging en ‘interne devaluatie’ wist het mooie groeiprestaties voor te leggen en gigantische handelsoverschotten te boeken. Een streng begrotingsbeleid zorgde dan weer dat de overheid de vinger strak op de knip hield.
Vandaag botst het Duitse model echter steeds brutaler op haar limieten: de economie krimpt, de digitalisering stokt, de infrastructuur verschraalt en het industriële weefsel rafelt. Het land is opnieuw de zieke man van Europa. Het Duitse groeimodel is versleten.
De wereld van weleer is niet meer
Terwijl het exportgerichte groeimodel jarenlang successen leek te boeken, stapelden zich op de achtergrond grote kwetsbaarheden op. Dat is wat handelsoverschotten doen: ze brengen geld in het laatje, kleuren economische indicatoren groen, maar kweken tegelijkertijd een groeiende afhankelijkheid van externe markten. De ‘Ostpolitik’ van opeenvolgende Bondskanseliers zorgde zo voor een structurele verstrengeling met autocratische regimes als Rusland (invoer van goedkoop gas) en China (uitvoer van Duitse kwaliteitsgoederen).
Na de Covid-, Oekraïne- en de daarop volgende energiecrisis, kwam de Duitse groeimotor in forse ademsnood. Toch waren dat slechts spreekwoordelijke ‘druppels’. In 2018 sputterde de exportmotor al, als gevolg van de handelsoorlog die Trump I met China uitvocht. Sterk afhankelijk van zowel de Amerikaanse als Chinese vraag verloor Duitsland twee keer. En in 2015 luidde Dieselgate al het alarmsignaal voor de achterblijvende Duitse auto-industrie.
Vandaag is het oude model helemaal dood. Met Trump II beloven ook de invoerheffingen terug te keren, dit keer ook op Europese goederen. Gevolg: Amerika zal minder invoeren en China zal nog meer goederen op de Europese markt dumpen. China stak Duitsland ondertussen ook voorbij als productie- en exporthub. Het Duitse verval illustreert zo treffend de ‘wet van de remmende voorsprong’: terwijl de Duitse industrie met gelobby en zelfs fraude fossiele verbrandingsmotoren een langer leven probeerde te geven, investeerde China fors in moderne technologieën. Chinese elektrische auto's zijn daarom vandaag niet alleen goedkoper maar ook geavanceerder.
Geen geloofwaardig alternatief
De snelle Duitse neergang is het gevolg van een wijzigende geopolitieke context, maar evenzeer van een ondoordacht binnenlands beleid. De overdreven nadruk op kostenconcurrentie, externe afzetmarkten en een begroting in evenwicht maken dat de Duitse fysieke infrastructuur vandaag in verval is, de technologische innovatie faalt en de productiviteit in vrije val is.
Berlijn moet het roer fors omgooien en werk maken van een meer gediversifieerde economie. Minder gericht op grootschalige, energie-intensieve en exportgedreven industrie (denk staalreus ThyssenKrupp), en meer op de productie van hoogtechnologische niche-producten (denk Zeiss of Trumpf die lenzen en lasers voor de chipindustrie maken) naast een florerende dienstensector. Daarnaast moet het komaf maken met zijn onzinnig strenge ‘schuldenrem’, die de netto-schuld tot 0,35 procent van het bbp beperkt. Duitslands economie heeft fors te winnen bij een beleid dat langetermijninvesteringen stimuleert in plaats van afremt.
Maar zelfs vandaag stellen de traditionele partijen het exportmodel en de schuldenrem niet fundamenteel in vraag. Het ontbreekt hen volkomen aan een coherent economisch langetermijnplan. Die economische onzekerheid voedt ondertussen de campagne van het rechtsextremistische AfD. Met rugdekking van Musk bepleit die partij onder de verkiezingsslogan “Alice für Deutschland” (een duidelijke wenk naar de Nazi-slogan “Alles für Deutschland”) een openlijke terugkeer naar een bloed-en-bodem-samenleving. De populariteit van de partij maakt dat er inmiddels rook onder de historische ‘brandmauer’ vandaan komt.
EU meesleuren in zijn val?
Hoe Duitsland reageert is niet enkel van belang voor de Duitsers zelf, maar zal ook de toekomst van de Eurozone bepalen. Lange tijd dicteerde Duitsland ook de Europese koers, maar ook daar verschijnen nu barsten.
Uitgerekend Mario Draghi bestempelde de economische receptuur recent als een mislukking. Te sterk gericht op een strategie die “probeerde de loonkosten ten opzichte van elkaar te verlagen” had die als ongewenst effect dat de “eigen binnenlandse vraag werd verzwakt en ons sociale model werd ondermijnd”. Lees: elkaar kapot concurreren op vlak van loonkosten was gewoon dom. Een economie die voortdurend onderverhit is (door gebrek aan vraag en investeringen), zal uiteindelijk minder innovatie produceren, een tragere productiviteitsgroei kennen en dus stagneren.
In plaats van blind te vertrouwen op de export moeten Duitsland en Europa daarom vooral de binnenlandse vraag stimuleren. Dat impliceert ook een andere interpretatie van het begrip ‘competitiviteit’: niet langer gericht op het afvangen van elkaars vliegen op zoek naar externe afzetmarkten, maar gericht op het aanzwengelen van de binnenlandse consumptie en het waarborgen van een hoge publieke investeringsgraad.
Als we dus willen voorkomen dat de Eurozone weer een verloren decennium in slaapwandelt, dan is het noodzakelijk de economie warm te laten lopen, investeringen te stimuleren en ons aan te passen aan een veranderende wereld, eerder dan krampachtig vast te houden aan een achterhaald groeimodel.
- Deze bijdrage verscheen ook bij De Morgen.