Sinds 1992 zet België zich actief in om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verminderen, onder andere met een minister van Gelijke Kansen. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen: volgens het Wereld Economisch Forum (WEF) staat België op de 12e plaats in de wereldranglijst van gendergelijkheid, met een score van 79,3 procent. Toch is er nog werk aan de winkel, en de nieuwe regering maakt meteen een valse start met een beleid dat vooral vrouwen treft.
De loonkloof: vrouwen verdienen nog steeds minder
De werkzaamheidsgraad van vrouwen is de afgelopen decennia flink gestegen, van 56% in 2000 naar 68% in 2024. Mannen hebben echter nog steeds veel vaker een (betaalde) job: daar werkt meer dan drie op vier.[1] Vrouwen verdienen bovendien gemiddeld 21% minder dan mannen, de zogenaamde loonkloof.[2] Die kloof is het gevolg van verschillende oorzaken: vrouwen zijn oververtegenwoordigd in onderbetaalde sectoren, zoals zorg en onderwijs; en vrouwen zijn oververtegenwoordigd in sectoren met precaire, flexibele en deeltijdse contracten. Zo werkt 93% van de dienstenchequemedewerkers deeltijds.[3]
Dat deeltijdwerk is nog steeds een noodzaak voor veel vrouwen, niet een keuze. Er is namelijk een zorgkloof. Vrouwen nemen nog steeds het grootste deel van onbetaalde arbeid op zich, zoals het huishouden en de zorg voor kinderen. Voor 24% van de deeltijds werkende vrouwen is deze zorg de belangrijkste reden om minder te werken, tegenover slechts 7,6% van de mannen.[4] Waar deeltijdse arbeid een persoonlijke keuze lijkt, is het dus eerder het effect van een structureel probleem…: de loonkloof is het effect van een genderkloof in ‘onzichtbaar’ werk.
Moederschap: de onzichtbare boete
Het krijgen van kinderen vergroot de ongelijkheid. Zonder kinderen is de participatie van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt gelijk; bij drie of meer kinderen loopt de participatiekloof op tot bijna dertig procent.[5] In 2021 werkte de helft van de moeders met drie of meer kinderen deeltijds, tegenover slechts 8,3% van de vaders.[6] Dit fenomeen staat bekend als de ‘moederschapsboete’: vrouwen betalen letterlijk een prijs in termen van loon en carrière wanneer ze moeder worden.
De loonkloof in België is niet zozeer het gevolg van ‘ongelijk loon voor gelijk werk’, maar eerder een gevolg van ongelijk werk tussen vrouwen en mannen dat voorkomt uit genderstereotypen: vrouwen nemen het werk op dat moet gebeuren, maar waarvoor ze niet verloond worden.
De pensioenkloof: dubbele straf voor vrouwen
De ongelijkheid stopt niet na de uittreden uit de arbeidsmarkt. Aangezien de pensioenregeling voor iedereen gelijk is en geen rekening houdt met de discriminatie die vrouwen tijdens hun loopbaan ervaren, versterkt de pensioenregeling de ongelijke positie van vrouwen op oudere leeftijd. Omdat pensioenen berekend worden op basis van loon en gewerkte jaren, blijven vrouwen ook na hun loopbaan achter. Vrouwen hebben gemiddeld 5,6 jaar minder loopbaanjaren dan mannen, o.a door onderbrekingen voor zorg.[7] Gemiddeld bestaat 34% van de pensioenloopbaan van werknemers uit gelijkgestelde periodes: voor vrouwen loopt dat percentage op tot 39%, voor mannen is dat slechts dertig procent.[8] En het zijn precies die gelijkgestelde periodes, zoals werkloosheid, ziekte, brugpensioen… die de regering De Wever wil ‘aanpakken’, en bestraffen met een lager pensioen — terwijl het (gemiddelde) pensioen van vrouwen nu al veel lager is dan dat van mannen.
Het versterken van de nadruk op ‘effectieve jaren’ werken versterkt de ongelijkheid dus nog. Zeker omdat veel van die keuzes tijdens de loopbaan impliciet opgelegd worden, het gevolg van maatschappelijke structuren en verwachtingen die de ongelijkheid bestendigen, en er ook vaak onvoldoende kennis is over de gevolgen van loopbaankeuzes op latere leeftijd. Zeker wanneer deze regels en cours de route worden veranderd.
Meer vrouwen in onwerkbare jobs, dus meer vrouwen langdurig ziek
Naast de loon- en pensioenkloof tekent zich ook een werkbaarheidskloof af. 47,2% van de vrouwelijke werknemers heeft ‘werkbaar werk’. Dat is ruim vijf procentpunt lager dan bij mannelijke werknemers (52,6%). Bovendien is het verschil tussen mannen en vrouwen de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid. Dat blijkt uit de driejaarlijkse Werkbaarheidsenquête (2019) van de SERV/Stichting Innovatie & Arbeid.[9] Vooral in zorg en onderwijs – sectoren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn – loopt de werkdruk op.
Die lage werkbaarheid heeft zware gevolgen: in 2021 vielen bijna vier keer méér vrouwen uit door langdurige ziekte dan mannen. Meer dan elfduizend vrouwen werden langdurig ziek, tegenover drieduizend mannen. Terwijl in 2009 het aantal langdurig zieken fifty-fifty man/vrouw was, is het aandeel vrouwen onder de langdurig zieken in 2021 opgelopen tot bijna zestig procent: de toenemende werkdruk weegt veel zwaarder op hen, dan op mannen.
Ook de afschaffing van de verhogingscoëfficiënt voor de zware beroepen in de publieke sector (bv onderwijs) zal zijn effect kennen: in een voornamelijk vrouwelijke sector, zal er twee jaar langer gewerkt moeten worden. Maar langer werken in een onwerkbare sector zal enkel leiden tot meer langdurige ziekte, en zo kom je in een vicieuze cirkel terecht.
Ondanks deze cijfers wil de regering ziekteperiodes minder laten meetellen voor het pensioen, wat vrouwen nóg harder zal raken. Concreet wil men de voorwaarden voor het minimumpensioen aanscherpen: van 30 naar 35 jaar effectieve tewerkstelling — wie uitvalt door ziekte, is gezien. Gevolg? Zestig procent van de rechthebbenden op het minimumpensioen verliest dit recht: hiervan is zeventig procent vrouw. Arizona doet er zo alles aan om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog te verscherpen.
Wat moet er gebeuren?
De regering-De Wever kiest ervoor om vooral te besparen op de zwakste schouders. De ongelijke loopbanen die vrouwen oplopen omwille van de loon-, zorg- en werkbaarheidskloof en die uitmondt in een pensioenkloof worden genegeerd. Maatregelen die vrouwen zouden kunnen beschermen, ontbreken volledig.
Vrouwen en mannen zijn niet gelijk op de arbeidsmarkt. Gelijke maatregelen voor ongelijke groepen zal de discriminatie versterken. Terwijl eigenlijk juist het omgekeerde zou moeten gebeuren. Het resultaat van dit beleid: een financiële verarming van de grote groep vrouwen en mannen die niet kunnen voldoen aan de strenge vereisten. Ook de instroom in langdurige ziekte zal hier alleen maar mee versterkt worden.
Een beleid dat gendergelijkheid serieus neemt, zou het tegenovergestelde moeten doen:
De loonkloof dichten door gegenderde sectoren te opwaarderen en de ongelijke taakverdeling in huis en zorg aan te pakken.
Pensioenhervormingen afstemmen op de realiteit van vrouwen, door rekening te houden met de impact van onderbrekingen en deeltijdswerk.
Werkbare jobs garanderen, zodat vrouwen niet massaal uitvallen door werkstress en overbelasting.
Minister van Gelijke Kansen of Minister van Gemiste Kansen?
Het regeerakkoord vermeldt de loonkloof niet. Éénmaal wordt de pensioenkloof vermeld: “We vragen aan het Federaal Planbureau de budgettaire impact van de totale pensioenhervorming door te rekenen zodat ze het effect kennen op de middellange en lange termijn (2040, 2050, 2070). Daarbij vragen ze ook aandacht voor de sociale parameters (zoals het armoederisico bij ouderen, de genderpensioenkloof, …)”[10] — maar concrete actie ontbreekt. De wetteksten moeten nog worden uitgeschreven. Deze kleine opening kan een kans zijn voor de kersverse minister van Gelijke Kansen om het verschil te maken. De minister van Gelijke kansen heeft nog 4,5 jaar de tijd om wél naar vrouwen en hun atypische loopbanen te luisteren. Wat wordt zijn engagement? Gaat de genderkloof de komende legislatuur achteruit of Vooruit?
[1] Statbel Werkgelegenheid en werkloosheid | Statbel
[2] IGVM, Microsoft Word - 2023-Loonkloofcijfers
[3] Nieuw rapport over genderongelijkheid: Stappen zetten naar genderbewustzijn - Avansa Kempen
[4] https://statbel.fgov.be/nl/themas/werk-opleiding/arbeidsmarkt/deeltijds-werk#panel-13
[5] Arbeidsmarkt vanuit een genderoogpunt | Statbel
[6] Kloof werkgelegenheidsgraad van vrouwen en mannen zonder kinderen volledig gedicht in 2021 | Statbel
[7] Nieuw rapport over genderongelijkheid: Stappen zetten naar genderbewustzijn - Avansa Kempen
[8] https://www.plan.be/sites/default/files/documents/REP_Pension_202201_NL.pdf
[9] Groeiende genderkloof voor werkbaar werk | SERV
[10] Federaal Regeerakkoord 2025-2029 p.53