Hoe sterk is het sociaal overleg?
Het Belgische sociaaloverlegsysteem staat, net als de sociale partners, sterk in de schoenen. Dat toont alvast zijn uitkomsten, zoals het niveau van ongelijkheid, net zoals de internationale vergelijking van de gangbare indicatoren voor de sterkte van het sociaal overleg. Ondanks deze stabiele, neo-corporatistische overlegstructuur wordt er echter duidelijk geknaagd aan de macht van het sociaal overleg en aan de macht en de machtsverhoudingen van en tussen de sociale partners. Recente, concrete uitingen hiervan zien we o.a. bij de vakbondsuitdagingen wat betreft ‘nieuwe’ groepen op de arbeidsmarkt, het sterkere ‘primaat van de politiek’ dat weegt op het sociaal overleg, en de invloed van regionalisering. Dit dwingt minstens tot een meer bewust praktisch versterken van het sociaal overleg, door lessen te trekken uit de ervaringen van buitenlandse vakbonden, een actievere rol van sociale partners zélf in het publiek debat over het sociaal overleg, en het herstellen van een adequate financiering van overheidsdiensten die het (tripartite) sociaal overleg helpen draaien.