Het klopt niet dat een kleine staat ons rijker maakt

De verlaging van de vennootschapsbelasting is één van de belangrijkste ingrediënten van het Zomerakkoord waarmee de regering uitpakte. Volgens de regering zal die leiden tot meer jobs en meer economische groei. De aanname daarachter is dat lagere belastingen en een kleinere overheid de economie ten goede komen. Driewerf helaas: voor die aanname bestaan geen bewijzen.

 

Starve the beast

Zoals al eerder werd voorspeld, is het zéér onwaarschijnlijk dat de verlaging van de vennootschapsbelasting budgetneutraal zal zijn. Dat betekent dat er na de ongefinancierde taxshift opnieuw een gat in de begroting wordt gecreëerd. Daarmee wordt ook de strategie van deze regering klaar en duidelijk: verlaag de belastingen, zodat er een permanent begrotingsprobleem wordt gecreëerd, waarna deze en volgende regeringen harde besparingen kunnen doorvoeren in naam van de God van de Austeriteit, het Begrotingsevenwicht.

Ondertussen erkennen politici én commentatoren die strategie. In een interview met De Tijd zei vicepremier Alexander De Croo (OpenVLD): “Wij kiezen ervoor om eerst de lasten te verlagen. Dat heeft tot gevolg dat we met de rug tegen de muur worden geplaatst. We zullen moeten besparen om de hervormingen te financieren.” Daarmee ging hij schaduwpremier Bart De Wever (N-VA) achterna, die al december in een interview toegaf dat de taxshift doelbewust onvoldoende gefinancierd was: “Dat dringt op termijn een infernale besparingslogica op, en dus komt men terecht bij de overheidsuitgaven waar ze nog zitten: de sociale zekerheid.”

Of zoals Daan Killemaes, redacteur bij Trends schreef: “Laat ons wel wezen, de hervorming van de vennootschapsbelasting is in geen honderd jaar budgetneutraal. (…) Starve the beast, honger het overheidsbeest uit, dat is wellicht nog een onuitgesproken strategie van de regering.”

 

Zijn minder belastingen goed voor de economie?

De achterliggende gedachte is steeds dat minder overheid en minder belastingen altijd een zeer goede zaak zijn voor de economie. Die aanname van politici die zich veelal aan de rechterzijde van het spectrum bevinden, wordt dikwijls zonder enige kritische kanttekening overgenomen door commentatoren.

 “De economische gevolgen van taxatie zijn vaak negatief”, schreef bijvoorbeeld Bart Sturtewagen van De Standaard. Marcia De Wachter, directeur van de Nationale Bank, pleitte op Twitter voor een daling van de overheidsuitgaven tot 42%. “Wat een boost voor de economie zou dat zijn”, schreef ze. Rik Van Cauwelaert noemde in De Tijd ons “torenhoge overheidsbeslag” een “ernstig probleem”. Eric Donckier van het Belang van Limburg stelde zelfs een wet voor die stelt dat het overheidsbeslag nooit meer dan 50% van het BBP mag bedragen.

In deze tijden van #fakenews, factchecks en de roep om evidence-based beleid is het vreemd dat een dogma waar zo weinig bewijs voor bestaat zomaar geponeerd kan worden zonder dat er een tsunami van kritiek en bedenkingen ontstaat. Nochtans zouden we belastingdrukfetisjisten telkens kunnen wijzen op enkele uitspraken en bevindingen van economen en onderzoekers.

  • “De fundamentele conclusie in de literatuur is dat het zeer moeilijk is om een robuuste impact te vinden van hervormde belastingen op groei.” (Andrew Samwick, econoom Dartmouth College)
  • “Kort samengevat, is er geen correlatie tussen de belastingvoet en groei.” (Dietrich Vollrath, econoom University of Houston)
  • “De aanname was dat belastingverlagingen de groei zouden aanzwengelen, de belastinginkomsten zouden verhogen, en dat iedereen ervan zou profiteren. De resultaten waren teleurstellend: de gehoopte supply-side gevolgen kwamen er niet, de belastinginkomsten daalden, en we kregen lagere groei en meer instabiliteit.” (Joseph Stiglitz, econoom Columbia University)

We kunnen het ook specifiek over de vennootschapsbelasting hebben, en enkele studies daarover.

  • “Ons onderzoek vond geen relatie tussen het verlagen van de belastingen op bedrijfswinsten en jobgroei.” (Onderzoek over belasting op bedrijfswinsten in de VS)
  • “Een lager tarief in de vennootschapsbelasting kan de jaarlijkse BBP-groei verlagen.” (Studie die 60 landen onderzocht in de periode 1999-2009).
  • “Deze paper, die data van Australië en OESO-landen analyseert, vindt geen bewijs voor de claim dat een lagere vennootschapsbelasting tot betere economische prestaties leidt.” (paper van de denktank The Australia Institute)
  • “De langetermijncorrelatie tussen winst na belastingen en de bedrijfsinvesteringen als percentage van het BBP is 0.” (Econoom Jared Bernstein van het Center on Budget and Policy Priorities)

 

Hoe rijker een land, hoe groter de overheid?

Als een kleinere overheid en lagere belastingen zouden leiden tot meer dynamische economieën, zou dat betekenen dat de rijkste landen een kleinere overheid zouden hebben. Een simpele figuur (zie hieronder) toont aan dat dat niet het geval is. De relatie tussen belastingdruk en BBP/capita in 2016 voor 30 Europese landen (de EU-28 + Noorwegen en IJsland) is eerder positief dan negatief, maar eigenlijk is er quasi geen correlatie.

Rijk land, kleine overheid.jpg

Als het zou kloppen dat landen met een grotere overheid het economisch slechter zouden doen, dan zouden de landen met een kleinere overheid die rijkere landen snel moeten inhalen, en zou er dus snel een omgekeerde correlatie moeten ontstaan.

Uit een andere analyse van Stan De Spiegelaere, kernlid bij denktank Minerva, volgen gelijkaardige conclusies. Landen met een lagere belastingdruk groeien niet sneller dan landen met een hogere belastingdruk. En een daling van de belastingdruk zorgt er niet voor dat landen sneller gaan groeien.

 

De ideologie achter een kleinere overheid

Samengevat: het bewijs dat een kleinere overheid en lagere belastingen tot een meer dynamische economie leiden is flinterdun tot onbestaand. Als de profeten van de besparingsideologie een kleinere overheid willen, zullen ze dus met andere argumenten moeten komen.

Zo zouden ze kunnen stellen dat de rijkste Belgen (en niet-Belgen) nog niet rijk genoeg zijn, en dat daar dringend iets aan gedaan moet worden. Of ze zouden kunnen verdedigen dat nog grotere ongelijkheid moreel een goede zaak is, en dat de overheid daarom minder mag herverdelen. Of ze kunnen het een goede zaak vinden dat werklozen hun rekeningen niet meer kunnen betalen, zodat ze harder hun best zullen doen, zoals staatssecretaris Zuhal Demir (N-VA) eerder beweerde (ook al is ook dat niet gebaseerd op bewijzen). Of ze kunnen vinden dat onze sociale zekerheid de mensen te veel “pampert”, en dat er dus eigenlijk meer onzekerheid en precariteit zou moeten zijn om mensen meer “zelfredzaam” te maken.

Het probleem is natuurlijk dat dat allemaal niet zo’n populaire standpunten zijn. En dus gaan voorstanders van een kleinere overheid maar bewust begrotingstekorten creëren, om dan te beweren dat er geen alternatief is (There Is No Alternative, TINA) voor harde besparingen. “Tiny in Sprookjesland”, is één van de titels in de populaire kinderboekenreeks. Het is hoogtijd om ook TINA voor eens en voor altijd naar Sprookjesland te verwijzen.

Een licht gewijzigde versie van deze opinie verscheen eerder op VRT NWS.

Zes kanttekeningen bij het pensioendebacle

Hoe een klein groepje het verpest voor de rest van ons