U kon er al over lezen: er is oorlog op komst. Geen echte oorlog met wapens, maar een handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.
President Trump heeft beslist om een invoertarief van 10% op aluminium en 25% op staal in te stellen. Op die manier hoopt hij tegemoet te komen aan zijn campagnebeloften om het Amerikaanse handelstekort terug te dringen en jobs in deze zware industrieën terug naar de VS te brengen.
Officieel zijn deze tarieven nodig om de Amerikaanse ‘nationale veiligheid’ te garanderen. Mocht er opnieuw oorlog uitbreken, dan mag de VS niet afhankelijk zijn van andere landen voor deze belangrijke materialen om wapens mee te maken, stelt Trump. Die verantwoording rammelt, want de tarieven zullen vooral militaire bondgenoten als Zuid-Korea en de EU treffen (Canada en Mexico krijgen wel uitzonderingen).
De EU vindt dan ook dat ze sterk moet reageren tegen deze maatregel. Dat wil ze op een fascinerende manier doen. Ze heeft een lijst met producten opgesteld. Op de invoer van deze producten uit Amerika zal een tarief van 25% moeten worden betaald. Het gaat om zaken als motorfietsen, bourbon, pindakaas en appelsiensap.
Wellicht vraagt u zich af hoe men tot deze lijst is gekomen. Is er iemand bij de Europese Commissie die pindakaas maar goor vindt? Wil een Europese ambtenaar wraak nemen omdat zijn vrouw er met een motorrijder vandoor is?
Neen, deze lijst is op een politiek sluwe manier opgesteld. Het betreft vooral producten die gemaakt worden in staten waar belangrijke republikeinen vandaan komen, of waar deze herfst mid-term verkiezingen plaats vinden en het erom gaat spannen.
Harley Davidson heeft zijn hoofdkantoor in Wisconsin, de thuisstaat van Paul Ryan, leider van de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden. Bourbon komt vooral uit Kentucky, waar de Republikeinse leider in de Senaat, Mitch McConnell, vandaan komt. Appelsiensap en pindakaas worden voornamelijk in Florida gemaakt, waar Trump het in 2016 nipt haalde, en deze herfst tussentijdse verkiezingen doorgaan.
Europa wil het republikeinen op die manier warm onder de voeten maken, zodat zij Trump gaan smeken om zijn tarieven in te trekken. Dat heeft eerder ook gewerkt. Zo’n vijftien jaar geleden heeft George W. Bush na dreiging met zulke ‘tegenmaatregelen’ zijn tarieven op staal teruggedraaid.
Maar Trump is natuurlijk niet te vergelijken met eerdere Presidenten. Eerder dan zich te laten afschrikken door een escalerende handelsoorlog, lijkt hij er zich op te verlekkeren. Vorige week al dreigde hij ermee nieuwe tarieven op Europese auto’s in te voeren, als de EU zou reageren met tegenmaatregelen. Nu stelt hij dat Europese lidstaten enkel een uitzondering krijgen als ze andere toegevingen doen. De Europese Commissie is niet onder de indruk.
Het zou dus kunnen dat de Europese reactie, die bedoeld is om het very stable genius in het Witte Huis op andere gedachten te brengen, net tot verder escalatie leidt. Maar dat is niet de voornaamste reden waarom ik vind dat het de moeite loont om wat dieper na te denken over wat er aan het gebeuren is. Ik vraag me vooral af of dit echt de meest afschuwelijke beslissing is die Trump al heeft genomen, waartegen de EU wel moet hard reageren.
Door tarieven op staal en aluminium te verhogen, zorgt Trump misschien voor wat extra Amerikaanse productie en jobs in deze sectoren. Maar omdat dit de prijs zal verhogen voor andere Amerikaanse producten waarin staal en aluminium worden verwerkt, auto’s bijvoorbeeld, zullen in deze industrieën jobs verloren gaan.
Voor de EU geldt net het omgekeerde. Staal- en aluminiumbedrijven worden getroffen, omdat ze moeilijker kunnen exporteren naar Amerika, en de prijzen op de wereldmarkt wat kunnen zakken. Maar bedrijven in sectoren waar staal en aluminium als materiaal wordt gebruikt, zullen dan weer competitiviteit winnen tegenover hun Amerikaanse concurrenten.
De VS schiet zichzelf dus wat in eigen voet. Trump helpt de staal- en aluminiumsector, ten kosten van andere industrieën. Zijn er werkelijk geen ergere beslissingen denkbaar om hard tegen te reageren?
Natuurlijk wel. Trump heeft bijvoorbeeld vorig jaar beslist de VS terug te trekken uit het Klimaatverdrag van Parijs. Door zijn beslissing om milieuregels te versoepelen, kunnen steenkoolmijnen openblijven, wat de energieprijs in de VS naar beneden drukt. Dat is in het nadeel van het klimaat en alle Europese bedrijven die een hogere energieprijs moeten betalen. Had Europa niet eerder daartegen via gerichte maatregelen moeten proberen de druk op Trump te verhogen?
Dit is geen pleidooi tegen de Europese maatregelen. De reactie van de EU op Trump’s tarieven zit ingenieus in elkaar. Het is interessant om te volgen. Maar ik wil wel de vraag opwerpen of de EU haar revolver echt moet boven halen wanneer Trump vooral zichzelf in de voet schiet. Het zou beter zijn om het schot te gebruiken tegen maatregelen die écht fundamentele Europese en mondiale belangen raken.
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard.