Loonsverhoging of minder werken? In Oostenrijk kan je kiezen

Na de Zweedse experimenten met de 30 urenweek, is de aandacht in het arbeidsduurdebat verschoven naar Duitsland waar IG Metall het recht bekomen heeft om gedurende twee jaar 28 uur te werken. Maar Zweden en Duitsland zijn niet de enige landen waar druk geëxperimenteerd wordt met arbeidstijd. Ook in Oostenrijk zijn er sinds 2013 innovatieve pogingen om mensen meer tijd te geven met een ‘vrijetijdsoptie’ ofte Freizeitoption.
 

Het idee van de Freizeitoption is simpel: we laten werknemers kiezen tussen meer loon of meer tijd. Net zoals in België onderhandelen vakbonden daar op sectorniveau over het loon. In 2013 verkreeg de elektrotechnische industrie zo een loonsverhoging van 3 procent, maar als werknemers liever 3 procent vrije tijd verkozen, dan kon dat.

Sindsdien is dit model in verschillende andere sectoren ingevoerd, is het verschillende keren verlengd en is er nu ook een akkoord voor langere termijn (10 jaar) gesloten. Aangezien dit systeem al enkele jaren loopt kennen we ook al wat van de resultaten en kunnen we het duidelijker evalueren.

 

Opname

Een eerste voor de hand liggende vraag is natuurlijk hoeveel mensen de keuze maken voor tijd in plaats van geld. Helaas is die vraag moeilijk te beantwoorden. Om de keuze te kunnen maken zijn er namelijk enkele stappen om te nemen. Eerst en vooral moet het bedrijf kiezen om in te stappen in het systeem (via de ondernemingsraad) en dan moet de werknemer een akkoord krijgen van zijn directe supervisor. Er is dan ook geen globaal overzicht van wie kan instappen of van wie ingestapt is.

Een survey in enkele bedrijven die instapten in het systeem gaf wel een beeld van wie typisch kiest voor vrije tijd: dat zijn vooral hogergeschoolden en oudere werknemers, en ook de aanwezigheid van kinderen in het gezin speelt een grote rol. Bij werknemers die niet kozen voor tijd maar voor geld speelt vooral financiële onzekerheid: werknemers zijn bezorgd over de impact op hun pensioen en hun loon in de toekomst.

De extra vrije tijd kan verschillende vormen aannemen. Werknemers kunnen kiezen om iets minder te werken per week, extra vakantiedagen op te nemen of de uren zelfs sparen om eerder met pensioen te gaan. Nu blijkt dat bijna iedereen kiest voor extra vakantiedagen (vooral vrouwen) of het opsparen van de extra tijd om het pensioen te vervroegen (vooral mannen). Het verminderen van de uren per week wordt bijna nooit gekozen en dat kan liggen aan het feit dat de vermindering relatief klein is (5 uur per maand of iets meer dan een uur per week) of aan de werkgevers die dat weigeren om de arbeidsorganisatie niet te moeten aanpassen.

 

Ervaringen

Bijna alle werknemers die hun extra vrije tijd regelmatig gebruiken (en dus niet opsparen voor hun pensioen), doen dat om extra tijd met de familie door te brengen. Dit geldt zowel voor mannen als vrouwen. Toch zien de onderzoekers enkele verschillen aangezien vrouwen vooral melden dat ze op die manier hun huishouden beter georganiseerd krijgen en mannen vooral willen spelen met de kinderen.

Hoewel de extra tijd beperkt is, is het oordeel van de meeste geïnterviewden zonder meer positief. Ze ervaren meer flexibiliteit en vooral meer controle over hun tijd. Vooral tijdens schoolvakanties wordt de extra vakantie opgenomen en verbetert het significant de combinatie van werk en privé.

Tegelijk ervaren de gebruikers het inkomensverlies als niet zo belangrijk. Het gaat natuurlijk over werknemers in industrieën waar de lonen relatief hoog liggen en niet over een loonvermindering maar een niet opgenomen loonstijging. Ook op het vlak van werkdruk zijn de ervaringen niet negatief. De kleine aanpassing aan de arbeidsduur heeft bijna nergens voor een radicale reorganisatie van het werk gezorgd. Maar net omdat het om relatief weinig uren gaat, wordt er ook geen duidelijke stijging van de druk ervaren.

Wél wordt het effect op de verdere carrière als problematisch ervaren. Nogal wat van de leidinggevenden zien dit systeem als iets voor “luiaards” en minder gemotiveerde werknemers. Ambitieuze jongeren kiezen dan ook niet voor extra tijd omdat het hun promotiekansen in gevaar zou brengen (of omdat ze daar in ieder geval voor vrezen).

Ook het feit dat er een loonstijging moet voor ingeleverd worden heeft als neveneffect dat het vooral goed betalende sectoren zijn die hiermee aan de slag kunnen, en in die sectoren de beter betaalde werknemers.

Al dit toont mooi de typische limieten aan van vrijwillige en individuele systemen van arbeidsduurvermindering: het dreigt bestaande genderrollen te bevestigen, heeft consequenties voor je carrière en is pas écht een keuze als je genoeg inkomen hebt.

 

Controle over tijd en leven

Samen met de experimenten in Duitsland en Zweden, tonen de Oostenrijkse ervaringen aan dat er wel degelijk vraag is naar aanpassingen in de arbeidsduur. Mensen willen meer controle over hun tijd en een betere balans tussen werk en privéleven. De Oostenrijkse sociale partners kozen daarbij niet voor een radicale vermindering van de arbeidsduur maar gebruikten marge voor loonsverhogingen om werknemers de keuze te geven tussen tijd en geld. Een arbeidsduurvermindering in kleine stapjes dus, maar ook die stapjes maken een wezenlijk verschil voor de werknemers.

Deze opinie verscheen eerder op dewereldmorgen.be.

Pick your fights: is dit echt het moment voor de EU om naar Trump terug te schieten?

Dure woorden voor een schrijnende realiteit