1 mei, Dag van de Arbeid, dag waarop we, paradoxaal genoeg, juist niet moeten werken. Maar wat wordt er feitelijk gevierd op deze dag, en waar komt 1 mei als feestdag vandaan ?
In feite bestonden er in de pre-industriële tijden, o.a. bij Kelten, Germanen, Saksen, en Romeinen, al meifeesten waarbij de lente, het ontwaken, de bloei en vruchtbaarheid van de natuur werden gevierd. Maar voor onze hedendaagse 1-meivieringen moeten we naar de Verenigde Staten van de laatste decennia van de 19de eeuw. De in een groot deel van de wereld bestaande ‘Eight hour movements’ die ijverden voor de invoering van de 8-urendag waren daar bijzonder populair bij de opkomende arbeidersbeweging. In 1884 nam de American Federation of Labor (AFL), de eerste overkoepelende – overigens sterk corporatistische en apolitieke – arbeidersvereniging een resolutie aan om op 1 mei 1886 overal te staken en actie te voeren voor die eis: 1 mei was immers de dag waarop in de toenmalige VS veel contracten werden opgemaakt, verlengd of beëindigd. 2 jaar lang werd er gemobiliseerd en vanaf 1 mei 1886 werd er in heel wat steden en sectoren betoogd en gestaakt. In Chicago bijvoorbeeld staakten 40.000 arbeiders. Geen enkele trein (de spoorwegarbeiders behoorden tot de best georganiseerde en meest militante) reed Chicago nog in of uit en de meeste industriële vestigingen lagen plat. Ook de veestallingen werden gesloten.
Zoals meestal in de VS gingen deze acties gepaard met incidenten, provocateurs, blind politiegeweld, doden en gewonden. Zo ook in Chicago, en in de nasleep van die gebeurtenissen werden nog eens 8 leiders van de beweging ter dood veroordeeld, wat wereldwijd tot verontwaardiging en protestacties leidde. Toen een gratieverzoek door het Hooggerechtshof van Illinois werd afgewezen (het verklaarde zich “onbevoegd”), reageerde de Britse toneelauteur George Bernard Shaw op zijn eigen typische manier: “Als de wereld dan toch acht mensen kwijt moet, dan beter de 8 rechters van dat Hooggerechtshof.”
Als reactie op dit alles besliste de AFL in 1888 om elk jaar op 1 mei te demonstreren ter nagedachtenis van de gebeurtenissen van 1886 en voor de 8-urendag. Het idee van een gemeenschappelijke internationale actiedag voor de 8-urendag leefde ook sterk op het stichtingscongres van de Tweede Socialistische Internationale in Parijs in juli 1889. Na heel wat discussie over de datum werd uiteindelijk beslist om het voorbeeld van de AFL te volgen en 1 mei 1890 uit te roepen tot een dag van internationale demonstraties voor de invoering van een wettelijke achturendag.
Oorspronkelijk werd deze actiedag gezien als eenmalig: er werd niet voorgesteld om het te herhalen, laat staan er de jaarlijkse feestelijke gelegenheid van te maken die 1 mei uiteindelijk is geworden. Een discussiepunt was ook of men een dag van feesten met vreedzame manifestaties na de werkuren wilde (of op de eerste zondag in mei als de eerste op een werkdag viel), dan wel of men er een dag van strijd van wilde maken, wat o.a. stakingen zou impliceren. De resolutie op het congres spaarde de kool en de geit en stelde “dat alle landen de toelating hadden deze demonstratie zo’n vorm te geven als de toestand in hun land vereiste.” In België leidde dit tot hoogoplopende discussies tussen de meer radicale Waalse federaties die wilden staken en anderzijds de meer gematigde Vlaamse en Brusselse afdelingen. Conclusie: op 1 mei 1890 werd in Wallonië gestaakt en in Vlaanderen en Brussel werd er gefeest.
Het belangrijkste was echter dat de 1-meivieringen van 1890 meestal, tot grote verrassing van de leiders van de arbeidersbeweging zelf, alom een enorm succes werden. Tienduizenden arbeiders staakten en stapten op in manifestaties om de 8-urendag te eisen. In Londen bv. kwamen meer dan 300.000 mensen samen in Hyde Park, een nooit geziene menigte. Het gevolg was dat op een nieuw congres van de Internationale in 1891 in Brussel beslist werd om het 1-meifeest jaarlijks te herhalen en “het werk stil te leggen overal waar het niet onmogelijk is”! Eric Hobsbawm, de eminente (overleden) Britse marxistische intellectueel en historicus schreef hierover in 1990 naar aanleiding van de honderdste verjaring van de eerste 1-meiviering: “De staking was essentieel omdat niet-werken op een arbeidsdag zowel de bevestiging was van de macht van de arbeidersklasse, als de kern van wat vrijheid betekent: niet gedwongen worden te werken in het zweet zijns aanschijns, maar in het gezelschap van vrienden en familie zelf activiteiten kunnen kiezen. Het vormde daarom zowel een gebaar van klassenbewustzijn en klassenstrijd als een dag vakantie: een soort voorproefje van het goede leven dat er zou komen na de ontvoogding van de arbeidersklasse.”
De bal was aan het rollen gebracht, en bleek niet meer te stoppen. 1 mei werd de hoogdag van de socialistische arbeidersbeweging met politieke toespraken en optochten, samen met meer en meer feestelijkheden, op hun hoogtepunten — vooral tussen de 2 wereldoorlogen en de eerste decennia na 1945 — zelfs kermissen en wielerkoersen. In de meeste Europese landen is 1 mei na de Tweede Wereldoorlog een wettelijke betaalde feestdag geworden.
Niet zo in de Verenigde Staten, waar ons verhaal begon. Daar is wel een officiële feestdag ter viering van de arbeid (Labor Day), maar die valt niet op 1 mei, maar op de eerste maandag van september. Na het succes van de eerste 1-meiviering in 1890 haastte de nieuwe president Cleveland zich om de opkomende arbeidersbeweging de wind uit de zeilen te nemen door die maandag als de Dag van de Arbeid uit te roepen — kwestie van het strijdaspect (de stakingen en de herdenking van de martelaars van Chicago) uit de viering te halen. De officiële Amerikaanse arbeidersbeweging, altijd al vlug tot compromissen en integratie in het systeem bereid en later ook fervent anti-marxistisch, heeft zich daar zonder veel problemen bij neergelegd.