BPost, en vooral CEO Koen Van Gerven, krijgen ervan langs. De voorstellen die Van Gerven afgelopen weekend deed – duurdere postzegels, minder rode brievenbussen en minder regelmatige postbezorging – werden door publiek en politiek onder vuur genomen. Bovendien is er sterke sociale onrust, omdat de werkdruk bij Bpost onhoudbaar hoog ligt, en omdat Bpost activiteiten zoals schoonmaak en catering wil outsourcen om te besparen.
Tot slot waren er vorige donderdag de teleurstellende kwartaalcijfers die niet aansloten bij de winstverwachtingen van de private aandeelhouders. Daardoor tuimelde het aandeel op één dag 13 procent lager, en is de marktwaarde van BPost op minder dan twee maanden met 2,4 miljard euro gedaald.
Als er één duidelijke conclusie te trekken valt uit deze recente perikelen, is het dat er een fundamentele tegenstelling bestaat tussen de winsthonger en belangen van de private aandeelhouders enerzijds en de belangen van werknemers en klanten anderzijds.
Dat is niet nieuw. In verschillende landen in West-Europa – naast België zijn het Verenigd Koninkrijk en Nederland de beste voorbeelden – heeft de privatisering van postbedrijven geleid tot hetzelfde: minder dienstverlening en hogere prijzen voor de klanten, slechtere arbeidsvoorwaarden voor de werknemers, royale dividenden voor de aandeelhouders.
Ook nu is die tegenstelling weer pijnlijk duidelijk. Bpost is nog steeds een winstgevend bedrijf, en het dividend blijft voorlopig gehandhaafd. Maar door de gedaalde beurswaarde deed Van Gerven toch meteen voorstellen om te besparen op de dienstverlening. De reactie van de CEO op de vraag of daar kritiek op zal komen? “En ik ben de CEO van een beursgenoteerd bedrijf. Ik moet mijn verantwoordelijkheid nemen.” Dividenden eerst, klanten en werknemers zijn minder belangrijk.
Welke toekomst voor het postbedrijf?
De vraag blijft: wat nu? Vanuit sommige hoeken klinkt een voorspelbaar pleidooi voor een verdere privatisering. Dat lost fundamenteel natuurlijk niets op. De dienstverlening zal er niet op verbeteren, de prijzen zullen eerder verhogen dan verlagen, en de werknemers zullen zich nóg meer kapot moeten werken voor een lager loon.
Terug in publieke handen nemen dan? Dat biedt het voordeel dat het niet erg zou zijn dat er wat minder winst zou gemaakt worden – zoals gezegd is Bpost nog steeds winstgevend, alleen verwachten private aandeelhouders meer dan “een beetje” winst. Bovendien is een publiek postbedrijf niet onpopulair. Uit opinieonderzoek in Canada en het Verenigd Koninkrijk blijkt dat ongeveer 65% van de bevolking vindt dat het postbedrijf een overheidsbedrijf moet zijn. Een publiek postbedrijf levert ook het voordeel dat de sociale functie kan behouden worden. Vooral voor ouderen en mensen die minder digitaal geletterd zijn kunnen regelmatige, toegankelijke en goedkope postdiensten immers belangrijk zijn.
Maar een publiek postbedrijf lost natuurlijk niet alles op. De brievenpost zal in de toekomst alleen maar afnemen en de digitalisering toenemen. Het alternatief, de e-commerce markt, is veel concurrentiëler. Ook al is het niet echt efficiënt dat busjes van verschillende spelers dezelfde rondes doen, het lijkt er niet op dat er momenteel veel politieke wil bestaat om van pakjesbedeling een publiek monopolie te maken. Bovendien kunnen private of buitenlandse spelers met zwakkere vakbonden vaak concurreren met nóg slechtere arbeidsvoorwaarden en een race to the bottom, en is nog maar de vraag of een publiek bedrijf ook niet moet rekening houden met de mobiliteits- en ecologische gevolgen van zijn activiteiten.
Er zijn dus geen gemakkelijke antwoorden voor de toekomst van het postbedrijf. Eén zaak is duidelijk: het verzoenen van de belangen van winsthongerige aandeelhouders, overwerkte werknemers en bezorgde klanten is een moeilijke taak. Maar als het antwoord van het management het traditionele en luie “hogere prijzen, slechtere dienstverlening en slechtere arbeidsvoorwaarden” is, dan stel ik alvast één kostenbesparing voor: automatiseer de job van CEO.
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Morgen.