Maak de wereld tot een thuis voor de ander.

God heeft me langer geleden verlaten dan ik me nog zou kunnen herinneren. De wereld is geen boek waarin Hij tot mij spreekt; de wereld houdt zich stil en stom. Maar Kerstmis heeft nog zeggingskracht voor mij: net in het donkerste der dagen komt hoop en licht in de wereld, en komt een belofte van bevrijding tot ons. Het christelijke geloof is een diepmenselijk geloof: het omarmt de kwetsbaarheid, het neemt de rotte plek in elk van ons ernstig, toont ons niet beter dan we zijn. Het idee van de zondeval hoort ons niet op te zadelen met een ondraaglijk schuldbesef, maar vraagt ons om mededogen: in de erkenning van de eigen faalbaarheid en van onze kwetsbaarheid, nemen we de ander in bescherming. Het christelijke geloof wil ons leren: de ander bij ons thuis te laten komen. Dat in het donkerste der dagen ons de belofte wordt gedaan dat we thuis zijn in deze wereld, geeft hoop en brengt verlichting.

Deze boodschap leidt niet tot berusting, maar zet ons aan het werk: deze wereld tot een thuis maken voor elkaar. Het christelijke geloof verwerpt dus een maatschappij waarin mens staat tegenover mens, elk zijn eigenbelang nastrevend. Het verzet zich tegen een maatschappijbeeld waarin de ander verschijnt als instrument van mijn verlangens. Het is geen lichte opdracht: in mijn handelen de wereld tot een thuis maken voor de ander.

Op zijn minst in de voorwaarden daartoe vinden het christelijke geloof en het socialisme elkaar: als we in de wereld een thuis moeten bieden aan iedereen, kunnen we niet aanvaarden dat het leidend principe van de maatschappelijke ordening, waaraan al het andere ondergeschikt is, de botsing is van mens alleen en mens alleen, wat elkeen terugwerpt op zichzelf en hem overlevert aan de dominantie en de willekeur van wie machtiger is dan hem.

Het christelijke geloof is zo een bevrijdingsgeloof, het socialisme een bevrijdingsideologie. Het christelijke geloof vraagt ons onze deur te openen voor wie ook bij ons komt aankloppen en hem een thuis te bieden. Het socialisme vecht voor instituties die de mens emanciperen: geen zaak van rechtvaardigheid of liefdadigheid, maar een noodzakelijke verzekering tegen de onderwerping van de mens aan de willekeur en dominantie van de ander, en een absolute voorwaarde om zich ergens thuis te voelen.

Het is een strijd voor iedereen die geen thuis heeft, voor iedereen die uit de boot dreigt te vallen, voor iedereen die zich aan de rafelranden van de samenleving vindt, voor iedereen wier stem niet gehoord wordt. Socialisme sloopt de muren die mens van mens afzonderen. Het is gemeenschapsvormend, brengt mensen samen, op gelijke voet. Want alleen bevrijd van elke onderwerping kunnen mensen elkaar recht in de ogen kijken, gelijkelijk participeren aan de samenleving, samen vorm geven aan die samenleving, met elkaar, voor elkaar.

Dit is meteen ook het einde van mijn vaste column in deze krant: in de overtuiging dat morgen nood heeft aan een levend socialisme, moet ik afscheid nemen van De Morgen, een krant die na de ondergang van de Vooruit en de Volksgazet de vlam brandend moest houden. Hou hoog die vlam, zeker in de donkere dagen.

— Dit stuk verscheen op 26 december in De Morgen.

E-commerce van bol.com is georganiseerde waanzin

Jaaroverzicht 2018 deel 4: het jaar van de gele hesjes