We kunnen er niet onderuit: 2018 was het jaar van de gele hesjes. Die gele hesjes waren een uitbraak van spontane volkswoede in Frankrijk, en ook vijftig jaar na mei 68 geldt dat wanneer het regent in Parijs, het druppelt in Brussel. De gele hesjes brachten klimaatbeleid onder de aandacht, de link met ongelijkheid, en de vraag hoe we op een sociaal rechtvaardige manier de klimaatontwrichting kunnen tegengaan.
Nu publiceerden we in 2018 met denktank Minerva wel wat stukken over ongelijkheid. Zo wees kernlid Matthias Somers op de toegenomen dualisering in de samenleving en de groeiende kloof tussen kort- en langgeschoolden. In een bijdrage aan het boek ‘Vorm geven aan digitale tijden’ dat we uitgaven waarschuwt Prof. dr. Wim Van Lancker (KUL) voor een verdere dualisering als gevolg van automatisering en robotisering: “Als de polarisering op de arbeidsmarkt zich verderzet dan kan dat leiden tot een polarisering van de inkomens, waarbij het aandeel van de middenklasse afkalft terwijl het aandeel van de groep armsten of lage middenklassers enerzijds en van de hogere middenklassers of hoogste inkomensgroepen anderzijds groeit.”
Lagere ongelijkheid zou dan ook voor alle politieke partijen, van links tot rechts, een strijdpunt moeten zijn, zoals kernlid Sacha Dierckx uiteenzette. En zelfs voor wie enkel voor gelijke kansen pleit in plaats van voor meer gelijkheid, is er nog heel veel werk aan de winkel.
Wie het over ongelijkheid heeft, zou het ook over sociale klasse moeten hebben. Ook al is “klasse” als concept vaak afwezig in het partijpolitieke discours, kernlid Maarten Hermans schreef dat sociale klasse niet verdwenen is en dat er nog steeds een duidelijke klassenpolarisatie bestaat in de opvattingen over sociaaleconomische thema’s. En wie over klassenpolarisatie spreekt, spreekt ook over een economische elite of kapitalistische klasse. Sacha Dierckx besprak de wantoestanden van die economische elite in één specifiek geval, staatsonderneming Proximus, en rapporteerde hoe die elite en hun vertegenwoordigers binnen politieke partijen het democratische debat proberen te versmallen door systeemkritische stemmen te verketteren.
Bij het einde van de jaarlijkse bijeenkomst van het Wereld Economisch Forum in Davos stelde hij ook dat onze economische en politieke elite niet in staat is om oplossingen te bieden voor de ongelijkheidscrisis, noch voor de klimaatcrisis.
En zo komen we terug bij de gele hesjes. Die maakten in elk geval duidelijk, zoals Louis Mosar in zijn eerste bijdrage voor denktank Minerva schreef, dat het klimaatvraagstuk een verdelingsvraagstuk is, en dat een doortastend klimaatbeleid moet samengaan met een meer gelijke samenleving om het draagvlak voor dat klimaatbeleid niet te ondermijnen.
Want dat zo’n doortastend klimaatbeleid broodnodig is, is duidelijk. Dat het in België uitblijft, is al even duidelijk. Zoals Jonas Van der Slycken betoogde: “Vooralsnog is het wachten op een bewuste keuze voor een daadkrachtig klimaatbeleid, al dan niet aangestookt door een ecologische of financieel-economische crisis. Een keuze om deze sociaalecologische transformatie actief en democratisch vorm te geven in plaats van een speelbal te zijn van klimaatontwrichting of financiële turbulenties.”
Hij stelde dan ook onder meer voor om bbp-groei te laten varen als economisch kompas en om het vliegverkeer te reduceren en de uitbreiding van Brussels Airport tegen te houden. Die voorstellen leidden tot heel wat gezonde discussie binnen de redactie van denktank Minerva – vuistslagen en blauwe ogen bleven nog net uit. Het is duidelijk dat er nog heel wat werk is om uit te maken wat een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid precies inhoudt.
We zijn dan ook van plan om in 2019 die link tussen klimaat en sociale rechtvaardigheid verder te onderzoeken, en het maatschappelijk debat verder te voeden met bijdrages over hoe een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid eruitziet op verschillende domeinen.
Daarbij voelen we ons alvast gesteund door de massa deelnemers aan de klimaatmars in Brussel op 2 december jongstleden. Zoals Sacha Dierckx daarover schreef: “Een klimaatbeweging die via collectieve actie ijvert voor politieke verandering, die de verbeelding laat spreken en die daarbij de nadruk legt op sociale rechtvaardigheid en gelijkheid: dit is de klimaatbeweging van de toekomst, en daarvoor kwamen 75.000 mensen naar Brussel. De lamme reacties van regerende politici tonen aan dat de strijd moeilijk en lang zal zijn. Maar dankzij een gigantisch leger is deze veldslag alvast gewonnen. 2 december 2018 is een dag van hoop.”
Hoop is belangrijk. In het Nederlandse weekblad De Groene Amsterdammer sprak de Britse columnist en schrijver Owen Jones daarover: “De Britse socialist Tony Benn zei ooit dat er voor sociale verandering twee dingen nodig zijn: de brandende vlam van woede over onrecht en de brandende vlam van hoop voor een betere wereld. Het probleem is dat er op dit moment veel woede is zonder hoop.”
We wensen u voor 2019 vanuit denktank Minerva dan ook alvast heel veel hoop. Het hoeft niet altijd een goede gezondheid te zijn, nietwaar?
Deze bijdrage verscheen eerder bij Apache.