In oktober 2019 bracht denktank Minerva het boek ‘Klimaat en sociale rechtvaardigheid’ uit. Bijna anderhalf jaar later lijkt door de coronacrisis die andere crisis, de klimaatcrisis, een beetje op de achtergrond beland. Nochtans zijn er verbanden tussen beide crises. Ontbossing veroorzaakt mee virussen zoals het coronavirus, en is ook mee verantwoordelijk voor de klimaatontwrichting. Ook de landbouw – en de vleesindustrie in het bijzonder – wordt aangeduid als een belangrijke factor voor corona én voor de klimaatontwrichting. Of zoals de internationale organisatie IPBES stelt: “Dezelfde menselijke activiteiten die de klimaatopwarming en het biodiversiteitsverlies veroorzaken, leiden ook tot het risico van een pandemie door hun impact op ons milieu.”
Bovendien wijst onderzoek erop dat luchtvervuiling meer sterfte veroorzaakt bij mensen die besmet zijn door het virus, en die luchtvervuiling is vaak het gevolg van activiteiten die ook bijdragen aan de klimaatontwrichting (zoals de veeteeltindustrie, auto’s op fossiele brandstoffen, en de zware industrie).
Schudt corona onze samenleving dan eindelijk wakker om de klimaatontwrichting doortastend aan te pakken en tegelijkertijd een meer rechtvaardige wereld te creëren? Of zullen we blijven aanmodderen met een maatregeltje hier, een maatregeltje daar, zonder dat we de verwoestende gevolgen van die klimaatontwrichting op lange termijn kunnen tegenhouden?
De komende weken zullen we een aantal auteurs aan het woord laten die een hoofdstuk schreven in het boek ‘Klimaat en sociale rechtvaardigheid’. Hoe zien zij de evoluties sinds oktober 2019? Wat is hun evaluatie van de sindsdien aangetreden Vlaamse en federale regering, van de nieuwe Europese Commissie en van de gebeurtenissen op internationaal niveau? In dit stuk bijt Sacha Dierckx, kernlid bij denktank Minerva en redacteur van het boek ‘Klimaat en sociale rechtvaardigheid’, de spits af met een algemene beschouwing over corona en de klimaatcrisis.
Blauw, zo hemelsblauw, in gouden zonneschijn
Op korte termijn bleek de coronacrisis een goede zaak te zijn in de strijd tegen de klimaatontwrichting. Volgens het Internationaal Energieagentschap vond de grootste vermindering plaats van de CO2-uitstoot sinds het begin van ons fossiel tijdperk. Op jaarbasis voorspelt het Planbureau in België een vermindering van meer dan 13%. De grootste impact was er doordat er minder auto’s rondreden, doordat het aantal vliegtuigen in de lucht heel sterk afnam, doordat we minder elektriciteit verbruikten, en doordat bedrijven in de industrie en in de dienstensector sloten of op verminderde kracht draaiden. Corona bewees zo meteen één van de uitgangspunten van de zogenaamde “ontgroeiers” of degrowth-aanhangers: minder economische groei (of in dit geval economische krimp) is goed voor het klimaat.
Bovendien demonstreerde de lockdown ook dat dat op sommige vlakken ook kan samengaan met een verbeterde levenskwaliteit. Zo was iedereen verwonderd over de helderblauwe hemels; overal, van het Verenigd Koninkrijk over België tot in China, was de luchtkwaliteit een pak beter tijdens de lockdowns. Veel mensen konden genieten van autoluwe steden, met minder vervuiling, lawaai en onveiligheid. Het aantal verkeerslachtoffers daalde sterk, en verschillende steden staken een tandje bij om meer ruimte te maken voor de fiets, van Milaan tot New York. Ook het belang van de nabijheid van natuur en groen werd zeer duidelijk.
Helaas was de situatie op sociaaleconomisch vlak heel wat minder rooskleurig. Zo toonde corona in dit geval ook aan wat de critici van degrowth stellen: minder groei betekent binnen het kapitalisme meer werkloosheid, financiële miserie en armoede. Dat gaf James Hickel, een bekende degrowth-academicus, ook zelf aan: “Inderdaad, als een kapitalistische groeieconomie plots tot stilstand komt, heeft dat desastreuze gevolgen. Daarom willen degrowthers juist een compleet ander soort economie, een die niet hoeft te groeien om te bloeien.”
Bovendien versterkte het coronavirus de bestaande ongelijkheden, net zoals de klimaatontwrichting dat zal doen. Terwijl de gegoeden zich konden afzonderen in hun villa’s met zwembad, moesten armen dat doen in slechte woonomstandigheden, met veel mensen op kleine ruimte en zonder voldoende groen in de buurt. De zwaksten in onze samenleving worden het hardst geraakt door corona – een journaliste van de Financial Times spreekt over de “blootgestelde armen en de afgeschermde rijken” – en zullen ook het hardst geraakt worden door de klimaatontwrichting. Ouderen, het grootste slachtoffer van corona, zullen ook meer sterven als gevolg van hittegolven. De economische ongelijkheid neemt toe, met rijken zoals Jeff Bezos die hun gigantische fortuin zien aangroeien, terwijl mensen in precaire contracten overal ter wereld de dieperik ingeduwd worden. Kortom, noch bij corona, noch bij de gevolgen van de klimaatopwarming zitten we allemaal in hetzelfde schuitje: terwijl sommigen ronddobberen in hun luxejacht, zijn velen wanhopig op zoek naar een reddingsboei om niet te verdrinken.
Een groene of bruine relance?
In oktober waarschuwde het Internationaal Energieagentschap: ondanks dat het coronavirus op korte termijn de CO2-uitstoot vermindert, is het vooral belangrijk hoe overheden reageren op de economische crisis die het gevolg is van het virus.
De coronacrisis toont aan dat overheden in noodsituaties sterk kunnen ingrijpen, en dat de bevolking daar begrip voor heeft als die ingrepen op een goede manier gebeuren. Dat kan inspiratie bieden voor het gevecht tegen de klimaatontwrichting. Zoals klimaatwetenschapper Jean-Pascal Van Ypersele tweette: “Het is absoluut fascinerend om te zien dat overheden in staat zijn om sterk in te grijpen als ze een gevaar waarnemen (#Covid_19). Wanneer wordt dezelfde houding aangenomen om klimaatgevaar of de dood van diersoorten te voorkomen?” #KlimaatUrgentie”.
Bovendien bood de crisis overheden twee kansen om te beginnen met een duurzame transformatie van onze economie. Ten eerste zouden tal van bedrijven failliet gaan als de overheid ze niet zou ondersteunen met subsidies, tijdelijke werkloosheid voor de werknemers, en reddingspakketten. Ten tweede zou de overheid een herstelprogramma moeten opstellen om uit de economische crisis te geraken.
De eerste kans werd niet gegrepen. De manier waarop centrale banken geld in onze economie pompen, komt grote vervuilers ten goede. De klimaatvoorwaarden die bij reddingspakketten aan bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen werd opgelegd, waren veel te weinig.
Ook de tweede kans werd op wereldvlak niet gegrepen. In veel landen zijn de herstelprogramma’s weinig groen. Ondanks dat China onlangs beloofde tegen 2060 CO2-neutraal te worden, bevat het Chinese economische herstelplan veel stimuli voor fossiele activiteiten. De EU en het Verenigd Koninkrijk doen het gelukkig beter. Maar tegelijkertijd blijft het in sommige beleidsdomeinen, zoals het EU-landbouwbeleid, bij business-as-usual.
De staat veranderen via de straat
Kortom, corona gaf ons een aantal aangrijpingspunten om de klimaatontwrichting aan te pakken. Het toont hoe ons destructieve economische systeem nu al tot crisissen leidt, en hoe die crisissen in een ongelijke wereld de ongelijkheid nog zullen versterken. Het toont ook dat overheden sterk kunnen ingrijpen in de economie als er voldoende politieke wil is, en dat overheden daarbij geld genoeg ter beschikking hebben om dat te doen. En het toont ook dat sommige maatregelen, ondanks dat ze de economische groei doen afnemen, goed kunnen zijn voor de levenskwaliteit van de meerderheid van de bevolking.
Wie het glas steeds als halfvol beschouwt, kan stellen dat de overheden die lessen geleerd hebben. Ze kunnen wijzen op het nieuwe doel van China om klimaatneutraal te worden tegen 2060 en van Japan tegen 2050, of op de net verkozen nieuwe Amerikaanse president Joe Biden die zijn klimaatplannen onder druk van de linkerzijde een pak ambitieuzer maakte. Ze kunnen de Green Deal van de Europese Commissie aanhalen, waarbij er een akkoord is om de doelstelling van netto nuluitstoot in Europa tegen 2050 in een wet te gooien, en waarbij de Europese Commissie de doelstelling van 40% reductie van de CO2-uitstoot tegen 2030 wil verhogen naar 55%, en het Europees Parlement zelfs naar 60%. Of ze kunnen blij zijn met de nieuwe Belgische regering, die zichzelf presenteert als de “groenste regering ooit”, en die toch al de doelstelling van 55% vermindering van de CO2-uitstoot tegen 2030 omarmt.
Maar voor wie het glas al snel halfleeg is, kan erop wijzen dat dat allemaal totaal onvoldoende is, en dat er bovendien een grote discrepantie is tussen de doelstellingen enerzijds en de praktijk anderzijds. Zo is er in Europa het eerder aangehaalde landbouwbeleid, dat niet strookt met de doelstellingen van de Green Deal. De nieuwe Belgische regering schuift veel maatregelen naar voren die pas in een latere regeerperiode zullen ingaan. In Vlaanderen is er de vergunning voor Ineos die vragen oproept, naast een inadequaat renovatieplan en een totaal gebrek aan visie op een industriële transitie.
Daarenboven blijft er weinig sprake van rechtvaardigheid in het klimaatbeleid. Een transitie in een ongelijke wereld zal een onrechtvaardige transitie zijn. Op mondiaal niveau blijven de ongelijkheden gigantisch, en zijn er recente voorbeelden van de meest kwetsbare groepen in ontwikkelingslanden die getroffen worden door de gevolgen van de klimaatontwrichting, van overstromingen in Bangladesh tot de sprinkhanenplaag in de Hoorn van Afrika. Ook in België/Vlaanderen zijn de onrechtvaardigheden groot. Subsidies stromen volop naar de industrie en de energiesector, terwijl de kosten voor rekening van de gezinnen zijn. De btw op nieuwbouw wordt verlaagd, maar het tekort aan sociale woningen blijft gigantisch. De salariswagens blijven voortbestaan, terwijl de besparingen bij De Lijn verdergaan (en er sprake is van duurdere treintickets). Ook onder de regering-De Croo blijven de uitkeringen onder de armoedegrens, terwijl een vermogensbelasting die meer dan voldoende zou opbrengen om die uitkeringen erboven te krijgen uitblijft.
Een rechtvaardige transitie zal er dus niet vanzelf komen. De klimaatbeweging en de arbeidersbeweging moeten samen op straat komen om van de staat meer ambitie te eisen op sociaal én ecologisch vlak. Het slechte nieuws is dat we daarin moeten opboksen tegen een machtig economisch systeem en machtige gevestigde belangen. Het goede nieuws is, om Bernie Sanders te citeren: wanneer we ons verenigen in die strijd, is er niks dat we niet kunnen bereiken.