Wat de strijd voor werknemersrechten bij Google ons kan leren

"I’m fired." Met die gortdroge tweet kwam een einde aan de carrière van Margaret Mitchell bij Google. De tweet staat ook symbool voor de nogal pijnlijke manier waarop Google omgaat met werknemers die zich willen organiseren. Wat is er in godsnaam gebeurd? Hoe kan het dat Google, lang een van de beste werkgevers op aarde genoemd, momenteel mensen ontslaat omdat ze te kritisch zijn? En wat leert dat ons over vakbonden en de relatie tussen werkgever en werknemer?

Om het probleem goed te begrijpen, moeten we teruggaan naar 2017. Bij Google werken had alles van een droom. Human Resource-tijdschriften stonden vol met mooie foto's van groene en moderne kantoren, obligate pingpongtafels en duizelingwekkende voordelen voor werknemers. Het bedrijf ging er prat op dat ze een 'goed' bedrijf waren. Zo was hun slogan lang 'don't be evil' en nog steeds staat ‘do the right thing’ prominent in hun gedragscode. Laszlo Bock, voormalig hr-manager bij Google publiceerde een boek met als titel ‘Work Rules!’. Belangrijkste lessen: geef mensen vrijheid en laat ze opkomen voor hun eigen mening.

Van unitaire naar uiteenlopende belangen

Het leek wel alsof bij Google de belangen van werkgevers en werknemers perfect gelijklopen. Een conflict? Waarschijnlijk een misverstand of een technisch probleem dat met een professioneel personeelsbeleid in geen tijd opgelost is. Het enige wat je moet doen is opkomen voor je mening, je hart luchten bij je leidinggevende en alles komt goed. Iedereen zit in dezelfde boot met dezelfde bestemming. De literatuur noemt die manier van kijken naar arbeidsverhoudingen een 'unitaire’ visie, gebaseerd op het idee dat er één (unitair) belang is in het bedrijf, gedeeld door werkgevers en werknemers.

Maar in 2018 verbrijzelde dat beeld. Schijnbaar uit het niets was de wereld getuige van een massale ‘walkout’ van Googlewerknemers. Een staking. Hoe was dat mogelijk? De directe  aanleiding was de minder-dan-bekwame manier waarop Google omging met seksuele intimidatie en grensoverschrijdende gedrag. Op één van de spandoeken  bij de protesten stond ‘I reported and he got promoted’. Het legde de vinger perfect op de wonde: vrouwen zitten blijkbaar in een heel andere boot dan mannen. Ze hebben andere belangen en het professioneel personeelsbeleid is niet voldoende. Bij slecht nieuws wordt de 'open deur' snel gesloten.

Ongeveer rond dezelfde tijd groeide de bezorgdheid over enkele grote projecten. Bij protesten stuurde het management van Google vroeger de projecten bij.  Maar de laatste jaren legt het klachten en bedenkingen van hun werknemers bij controversiële projecten ongehoord naast zich neer. Ook daar werd duidelijk dat misschien niet iedereen in het bedrijf hetzelfde belang heeft. Kritiek uiten bleek ook niet zonder gevaar: Google schrikt er niet voor terug kritische stemmen aan de deur te zetten. Denk maar aan Margaret Mitchell.

Het Google van 2021 is niet hetzelfde als dat van 2017. Er is er duidelijk geen 'unitair' belang, niet langer één boot. Verschillende groepen (werkgevers, werknemers, vrouwen …) hebben verschillende belangen en door het machtsverschil staan individuele werknemers die hun belangen willen verdedigen in een zwakke positie: bij ontslag valt het bedrijf niet stil, maar de werknemer wel zonder inkomen. Willen werknemers opkomen voor hun belangen, moeten ze het dus wel gezamenlijk doen, met vertegenwoordigers die voor de werknemers spreken. Conflict en wrijving zijn geen technisch probleem, maar onvermijdelijk. De uitdaging is om dat conflict en die spanning te organiseren en institutionaliseren.

Europa versus Amerika

Als je al iets hebt gelezen over de recente strijd van Googlewerknemers, ging het waarschijnlijk over de Alphabet Workers Union, met Alphabet als het moederbedrijf van Google. Op 4 januari 2021 kondigden ze hun oprichting aan met een geclaimd lidmaatschap van een paar honderd werknemers. Al snel kwamen er honderden leden bij. Toch blijft het een kleine bond die geen recht heeft om collectief te onderhandelen. Ze moeten het doen met campagnes allerhande om hun stem te laten horen.

Wat je waarschijnlijk niet hebt gelezen is wat er in Europa beweegt. In verschillende landen werden of worden ondernemingsraden gesticht. Op Europees niveau wordt er ondertussen ook getimmerd aan een een Europese ondernemingsraad. Dat stond niet in de kranten. Waarom? Niet het gebrek aan impact. De ondernemingsraden die hier worden opgericht hebben aantoonbaar meer invloed en vertegenwoordigen veel meer werknemers dan de minderheidsvakbond in de VS.

Een deel van de verklaring gaat terug naar hoe het belangenconflict in bedrijven georganiseerd wordt. Europa koos ervoor om het werknemers (relatief) gemakkelijk te maken. Op verzoek of initiatief van een kleine groep werknemers moeten bedrijven een vertegenwoordiging aanvaarden of organiseren. Niets dramatisch: een kleine, gerichte campagne kan vertegenwoordigingsrechten activeren en werknemers kunnen van daaruit een beweging opbouwen. Saai? Zeker, maar wel effectief.

In de VS is de situatie anders. De drempel om vertegenwoordigings- of onderhandelingsrechten te verkrijgen is zeer hoog en omvat noodzakelijkerwijs massale organisatie- en wervingscampagnes. Zonder meerderheid geen vertegenwoordiging of recht op collectief onderhandelen. Door het gebrek aan bescherming van werknemers or verplichtingen voor de werkgever is het vaak hard tegen hard. Het belangenconflict is nauwelijks geïnstitutionaliseerd. Het resultaat is drama. Heroïsche overwinningen en pijnlijke nederlagen. Goed nieuws voor de journalisten, maar niet voor de werknemers en de bedrijven.

Wat Google de wereld laat zien

Google heeft ons geleerd hoe we internet moeten gebruiken. Nu leert het ons nog twee andere dingen. Ten eerste, als werknemers vakbonden nodig hebben bij Google, dan hebben ze die hoogstwaarschijnlijk overal nodig. Als er zelfs bij Google – een rijk bedrijf dat trots goed en open lijkt te zijn en het moet doen met de creativiteit van zijn werknemers – geen ‘unitair' belang is, dan is dat er nergens. Ten tweede, het verschil tussen de Europese en Amerikaanse ervaring leert ons dat we het Europese model met zijn lage drempels moeten koesteren. Ze maken de werknemersstrijd misschien minder heroïsch, maar het zijn enkel journalisten die daarover zullen klagen.

— Dit stuk verscheen eerder in De Gids (april 2021).

Subsidies voor private winst: de rode draad van het energiebeleid

Is corona nu goed of slecht voor het klimaat?