Wat de Belgische pers kan leren van de Amerikaanse vakbondsstrijd

Enkele weken geleden kreeg ik een artikel doorgestuurd over de mislukte vakbondscampagne in een Amerikaans distributiecentrum van Amazon. Niet opmerkelijk. In de gespecialiseerde pers en op mijn Twitterfeed is het thema niet weg te denken. Wat wel opmerkelijk was, is dat de vriend die me de link bezorgde normaal niet geïnteresseerd is in vakbondsacties. Toch had hij het nieuws in de VS op de voet gevolgd, had hij een mening over de slaagkansen en over wat dit zou betekenen voor Amazon en de syndicale wereld.

De interesse van mijn vriend in alles wat over de Atlantische plas beweegt, gaat helaas samen met een desinteresse in wat er hier en nu gebeurt. Dat is zo voor mijn vriend, maar ook voor de Belgische media, en dat is niet onschuldig. Een gebrek aan legitimering van het sociaal overleg in Europa draagt bij aan het uithollen ervan.

De blik op de horizon

De Belgische media volgden de strijd van de werknemers van Amazon op de voet. De Standaard meldde dat de ontwikkelingen historisch waren voor het bedrijf, De Morgen sprak over een arbeidersrevolutie tegen de rijkste man ter wereld, VRT maakte nieuws over een ‘mogelijk kantelpunt in de sociale geschiedenis in de Verenigde Staten’ en De Tijd sprak over een historische stemming, maar ook over een ‘ferme opsteker’ voor het bedrijf nadat een meerderheid van werknemers tégen de vakbond hadden gestemd.

De campagne werd gepresenteerd als een make-or-break voor de vakbondswereld. Op zich hadden journalisten daarin gelijk. Het bedrijf mag nog niet zó actief zijn in België, in verschillende andere Europese landen kan je er niet naast kijken. Begonnen als een online boekenhandel, is Amazon uitgegroeid tot een gigantisch concern met onder andere een grote online winkel, een logistiek bedrijf met eigen distributiecentra, vrachtwagens en vliegtuigen, een pakketjesdienst en een kleinhandelketen met al dan niet volledig automatische winkels. Daarnaast heeft het ook een platform voor gig-work of tijdelijke werkkrachten (Amazon Mechanical Turk), een online betalingssysteem (Amazon Pay) en is het de ontwikkelaar van de e-reader Kindl, de virtuele assistent Alexa en gezichtsherkenningssoftware Rekognition. Minstens even belangrijk is Amazon Web Services, dat momenteel ongeveer een derde van de volledige cloudcapaciteit van de wereld beheert. Ohja, en CEO Jeff Bezos bezit The Washington Post en het ruimtevaartbedrijf Bleu Origin.

Amazon is een gigant. Volgens Wikipedia zou het bedrijf rechtstreeks meer dan een miljoen werknemers tewerkstellen. Reken daarbij de werknemers in de onderaannemingen, de vele ondernemingen die afhankelijk zijn van het Amazon verkoopsplatform en de leveranciers, en je komt aan een veelvoud van werknemers die minstens deels afhankelijk zijn van het bedrijf.

Het is belangrijk dat die werknemers (‘Amazonians’) een stem krijgen en gehoord worden, dat hun rechten gerespecteerd worden en dat er een vorm van sociaal overleg is. Helaas staat Amazon bekend als een bedrijf dat gekant is tegen vakbondsacties, zoals ook blijkt uit een campagnefilmpje op Youtube en een artikel op Vice. In het verleden probeerde het op vele manieren (zie hier of hier) collectieve organisatie in de kiem te smoren. Dat ging van overtuigen tot digitale spionage en datamining om ‘verdacht gedrag’ vroegtijdig op te sporen.

De strijd in Amazon voor sociaal overleg, voor vertegenwoordiging, voor de vrijheid van organisatie en meningsuiting kan beslissend zijn voor welk kapitalisme we willen. Dat een groep werknemers in de VS een stemming over een vakbondsvertegenwoordiging aangaat, is dus groot en belangrijk nieuws. Temeer omdat het werknemers zijn uit Bessemere, Alabama, een regio die niet bekend staat voor zijn sterke syndicale traditie. Moest de stemming er positief zijn uitgedraaid (dat was dus niet zo), dan was ongetwijfeld een belangrijke stap gezet richting een beter Amazon dat fundamentele grondrechten respecteert. Terecht dus dat de Belgische pers daarover verslag uitbracht.

Blind voor de achtertuin

Met de blik in de verte, zag diezelfde pers helaas niet dat er in Amazon in Europa ook heel wat bewoog. Een (onvolledig) overzicht:

  • In Duitsland legden werknemers in distributiecentra al in 2013 het werk neer om vertegenwoordiging en collectieve onderhandelingen af te dwingen. Ze deden dat nog regelmatig tijdens de daaropvolgende vier jaar, waardoor er nu een ondernemingsraad in vele van de distributiecentra. Helaas weigert Amazon nog steeds te onderhandelen over een collectieve arbeidsovereenkomst.

  • In Frankrijk werd al in 2014 gestaakt in distributiecentra met als gevolg verbeteringen in de arbeidsomstandigheden. In verschillende centra zouden er ook ondernemingsraden actief zijn. Tijdens de Covid-pandemie staakten werknemers in distributiecentra omdat ze in onveilige omstandigheden niet-essentiële leveringen moesten doen. Een door de vakbond aangespannen rechtszaak leidde tot een boete van één miljoen euro per dag dat Amazon geen veiligheidsplan had voor zijn werknemers.

  • In Spanje zijn er sinds 2015 lokale vertegenwoordigers actief in verschillende distributiecentra. Het kwam er al meermaals tot kleine stakingsacties. Naar aanleiding van de Covid-pandemie stapte een vakbond naar de arbeidsinspectie: het leidde uiteindelijk tot een beter preventiebeleid.

  • In 2018 slaagde de Italiaanse vakbond CGIL erin om een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten voor een distributiecentrum in 2018, een primeur volgens UNI Global Union. Tijdens de stemming in de VS (!) was er in Italië ook een eerste nationale staking waarin verschillende distributiecentra betrokken waren.

  • In 2018 was er op prime day, een drukke verkoopsdag vanwege online kortingen, een heuse pan-Europese staking (die zijn niet breed gezaaid) in verschillende distributiecentra met acties in Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië.

  • Het jaar daarop staakten op prime day ook in het Verenigd Koninkrijk werknemers in verschillende distributiecentra.

De reden waarom België niet in dit lijstje voorkomt, is dat Amazon geen Belgische website of distributiecentra heeft. Wel lanceerde Amazon vorig jaar een Nederlandse website, waarmee het hoopt de Belgische markt aan te spreken.

Twee dingen worden meteen duidelijk wanneer we deze lijst bekijken. Eén: waar de Amerikaanse werknemers niet in geslaagd zijn, daar slagen de Europese werknemers reeds jaren in. In verschillende landen zijn er vormen van werknemersvertegenwoordiging en in sommige wordt er zelfs collectief onderhandeld. De vraag of er vertegenwoordiging komt stelt zich veel minder hier, de Europese vraag is vooral wat die kan doen.

Twee: de meeste ontwikkelingen kregen amper aandacht in de pers. De lijst hierboven is dan ook zeker onvolledig, want het is zoeken naar informatie. In tegenstelling tot over wat er in Amerika gebeurde, heb ik geen podcasts gehoord over de Europese ontwikkelingen, geen interviews met Amazon-werknemers gelezen, geen reportages van voor de fabriekspoorten. Verdrukt in de kantlijn werden hooguit een aantal persberichten overgetikt.

Google

De selectieve blindheid voor de eigen achtertuin gaat helaas niet enkel over Amazon. Exact hetzelfde hebben we gezien bij de acties bij Google. Ook daar hebben werknemers recent ingezien dat ze een vertegenwoordiging en een vakbond goed kunnen gebruiken. Ook daar ging de aandacht in de media vooral naar de in de VS opgerichte Alphabet Workers Union. Ook daar vergat men te vermelden dat er in Frankrijk al lang een ondernemingsraad is, dat er zo’n raden opgericht worden in Duitsland, Nederland en België en dat er onderhandelingen zijn binnen de overkoepelende Europese ondernemingsraad. Ook hier is de lijst zeker onvolledig wegens een totaal gebrek aan aandacht in de pers.

The system is broken

In de nasleep van de nederlaag in Amerika spraken verschillende vakbondsmensen over “the broken system”. Het sociaal overleg in de VS is eenvoudigweg brutaal. Kort gezegd moeten vakbonden bewijzen dat meer dan de helft van de werknemers een vakbond wil alvorens er een recht is op collectief onderhandelen. Totdat een vakbond dat bewijs kan leveren hebben werkgevers een zo goed als vrije hand in het overtuigen, beïnvloeden, chanteren en manipuleren van werknemers om tegen de vakbond te stemmen.

En zelfs eens het bewijs geleverd is, heeft de werkgever een breed arsenaal aan mogelijkheden om collectief onderhandelen en vakbondsaanwezigheid onmogelijk te maken. De horden die werknemers moeten nemen om vertegenwoordigd te worden zijn enorm, en het zijn er veel.

In de Amerikaanse pers leidt het gebroken systeem tot verhalen over ondergrondse acties van David (de werknemers) vs. Goliath. Warme pap voor journalisten, dat zeker. Maar voor de werknemers eerder een koude douche. Zij willen helemaal geen helden zijn, net daarom willen ze een vertegenwoordiging die hun belangen collectief kan verdedigen.

Ons systeem is niet (zo) kapot

In heel wat Europese landen is gekozen voor een ander systeem. De drempel om een vertegenwoordiging te krijgen of om collectief te onderhalen met de werkgever wordt hier (bewust) laag gehouden. In België, Frankrijk, Nederland en Duitsland is het genoeg dat een deel (geen meerderheid) werknemers een vertegenwoordiging wil om dat recht te openen. Wat volgt zijn sociale verkiezingen voor leden van de ondernemingsraad waar alle werknemers aan deel kunnen nemen. De strijd in Europa gaat dus niet over de vraag of er een vertegenwoordiging komt, maar vooral over wie er daar een zetel zal krijgen en wat die persoon zal doen.

Ook hier gooien bedrijven hun gewicht in de schaal om die vertegenwoordiging tegen te houden of de invloed te beperken. Redelijk wat van de voorgenoemde ondernemingsraden zijn niet bijzonder effectief. Aan het Europese systeem kan (en moet) nog veel geschaafd worden, maar je moet tenminste geen superheld zijn om als werknemer je belangen te verdedigen. Het Europese systeem werkt. Niet perfect, maar beter dan in Amerika. De strijd in Europa heeft iets minder weg van een Games of Thrones-confrontatie en is dus lauwere pap voor journalisten op zoek naar een straf verhaal.

Legitimering

Het gebrek aan aandacht voor lokaal sociaal overleg is niet triviaal. Als de Belgische vakbonden enkel in het nieuws komen wanneer er opnieuw een overleg mislukt is, vreet dat aan de publieke legitimering van het Europese systeem. Als daardoor de rechten op vertegenwoordiging aangetast worden, zijn de fundamentele basisrechten van werknemers daarvan het slachtoffer. Jan met de pet die het opneemt voor zijn collega’s zal het moeilijk krijgen als niemand diezelfde Jan nu en dan een schouderklopje geeft.

Net zoals Games of Thrones overwaait vanuit de VS, zo sluipt ook de Amerikaanse cultuur van vakbondsonderdrukking door in Europa. In vele bedrijven (niet enkel multinationals) krijgen werknemers het moeilijker om hun recht op vertegenwoordiging gerespecteerd te krijgen. Ryanair en McDonald’s zijn maar het topje van de ijsberg.

De verantwoordelijkheid van de nationale (en Europese) pers en journalisten in deze is groot. Zonder echte arbeidspers, zonder journalisten die zich vastbijten in vraagstukken van sociaal overleg in ondernemingen, zonder gesprekken aan bedrijfspoorten naar het hoe en waarom van syndicale strijd, komen de Europese schroeven die de basisrechten van werknemers vastzetten steeds losser te zitten.

Beste journalisten, hou je blik op de horizon maar sta met je beide voeten in de Europese realiteit. Gebruik het Amerikaanse nieuws niet als vooruitblik op de toekomst, maar als referentie om het gras aan je eigen kant te waarderen.

—Dit stuk verscheen ook bij Apache.

Het begint ook Europa te dagen dat grootschalige belastingontduiking een verlammende weerslag heeft op besluitvorming

Subsidies voor private winst: de rode draad van het energiebeleid