Welk antwoord biedt Europa op Trump?

Met de inauguratie van Trump breekt een nieuwe periode aan in het Amerikaanse buitenlands beleid. De spontane reactie van veel Europese politici is dat Europa nu maar de rol van de VS moet proberen over te nemen en de huidige wereldorde politiek, economisch en militair moet verzekeren. We kunnen echter beter uitgaan van wat de meerwaarde van Europa op het wereldtoneel is. Zo komen we terecht bij ons sociaal en democratisch model.

De sterkte van Europa in de internationale politiek lag na de Tweede Wereldoorlog in de zogenaamde soft power. We slaagden erin om een relatief democratisch politiek systeem te combineren met een zekere mate van sociale bescherming en sociaaleconomische gelijkheid. Met veel meer vrijheid dan in bijvoorbeeld de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog en China nu, met meer gelijkheid dan in de Angelsaksische wereld, en met minder pure machtspolitiek dan de imperialistische VS. Zonder onszelf te overschatten, kunnen we stellen dat Europa internationaal meer bewondering opriep dan angst.

Trump aan het hoofd van de VS biedt zowel kansen als bedreigingen voor het morele leiderschap van Europa in de wereld. Voorlopig lijken de bedreigingen echter te domineren, om twee redenen. De eerste is dat we als antwoord op hedendaagse uitdagingen een meer militaristische koers zouden gaan varen. Reacties op de verkiezing van Trump tonen aan dat dat gevaar reëel is. Van Didier Reynders tot Maya Detiège, van Geert Bourgeois tot Wouter De Vriendt, ze gaven allemaal aan dat er door de verkiezing van Trump meer Europese defensiesamenwerking nodig is. Ook het Europees Parlement keurde in november een resolutie goed in diezelfde geest.

Nu is het niet per definitie verkeerd dat militaire uitgaven binnen Europa gecoördineerd gebeuren, en dat wordt bekeken waar samenwerking mogelijk is. Alleen moeten we ons afvragen wat de doelstellingen daarvan zijn. En waarom zou de verkiezing van Trump samenwerking nu opeens noodzakelijk maken?

Is dat omdat Europa zichzelf nu meer moet beschermen in plaats van op de VS te rekenen? Tegen wie dan? Moet Europa meegaan in een eventuele wapenwedloop met Rusland of China? Of vinden we dat Europa de rol van “politieagent van de wereld” moet overnemen van de VS? Moet Europa dan ook buitenlandse oorlogen gaan voeren om minder Westersgezinde dictators weg te krijgen, of om de “Westerse economische belangen” veilig te stellen?

Een tweede bedreiging is dat Europa zijn soft power van binnenuit uitholt. De democratische en sociale verworvenheden zijn reeds gedeeltelijk afgebouwd en staan verder onder druk. Binnen- en buitenlandse politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het imago van Europa op het internationale niveau lijdt vanzelfsprekend ook onder de problemen binnen Europa.

Democratie wordt ook binnen Europa steeds meer gezien als louter een stem op een partij of een leider die daarna enkele jaren volledig vrij spel krijgt. Tussen verkiezingen in trachten politici middenveld en pers steeds meer het zwijgen op te leggen in plaats van het inhoudelijk debat aan te gaan. Besparingsfetisjisten en andere tegenstanders van sociale zekerheid gebruiken de nasleep van de crisis om de sociale bescherming nog meer onder vuur te nemen. In Griekenland installeerden de Europese leiders de georganiseerde armoede. De toenemende ongelijkheid is niet alleen een sociaaleconomisch maar ook een democratisch probleem. EU-lidstaten werden de voorbije jaren zelf op de vingers getikt door internationale organisaties voor het niet-respecteren van fundamentele mensenrechten.

Als Europa op het internationale toneel een grotere rol wil spelen na de verkiezing van Trump, kan het dat best doen door opnieuw werk te maken van zijn soft power. Door een reëel bestaande European dream te creëren in plaats van de grotendeels fictieve American dream. Dan zullen we wel véél beter moeten doen dan wat we tot nu toe deden.

Met een vernieuwing en versterking van de sociale bescherming, en een veel sterker doorgedreven strijd voor gendergelijkheid, raciale gelijkheid, en ja, ook economische en sociale gelijkheid. Met een democratisering van ons economisch systeem, waarbij we écht collectief controle krijgen over onze economie in plaats van de beslissingsmacht in handen te laten van multinationals, banken en financiële markten. Met een ander model van mondialisering, waarbij kapitaalmobiliteit, handelsverdragen, belastingontwijking en –ontduiking, en concurrentie op vlak van lonen en arbeidsvoorwaarden de democratische soevereiniteit niet ondermijnen.

Met drastische hervormingen die Europa leider maken in de ecologische transitie en de strijd tegen klimaatverandering. Met een fundamentele inzet op mensenrechten, die binnen Europa ook gewaarborgd moeten zijn voor minderheden en vluchtelingen, en die in het buitenlands beleid voorrang moeten krijgen op economische belangen.

Als Europa erin zou slagen om met al deze hervormingen een rechtvaardiger, democratischer, inclusiever, en duurzamer continent te worden, kan het een voorbeeld voor de rest van de wereld vormen. Leading by example, zoals dat in leiderschapstermen heet. Met een trotse Europese bevolking en een bewonderende wereldbevolking blijft het Oude Continent vanzelf een invloedrijke en relevante speler in de wereldpolitiek.

Met Trump aan de macht moet Europa uitgaan van de eigen sterkte. Die eigen sterkte ligt in de soft power, laten we daar dan ook op inzetten. De grootste vergissing die we zouden kunnen maken, is net de foute dimensie van de Amerikaanse macht kopiëren.

Stop de onzin over de FTT

De moedige minister en het sociaal profitariaat: over de verstrenging van de voorwaarden voor de inkomensgarantie voor ouderen