Kortere werkweek bij Femma verdient navolging

Op 19 november 2018 zette vrouwenorganisatie Femma definitief het licht op groen voor de 30-urige werkweek. Vanaf 1 januari 2019 werkt het personeel er één jaar lang 30 in plaats van 36 uur en dat voor een voltijds loon. Femma’s experiment verdient navolging. De maatschappelijke vraag naar het nieuwe werken is groot. Onze voltijdse werkweek is niet afgestemd op tweeverdieners, laat staan op alleenstaande ouders. De overheid steekt best een handje toe door (juridische) obstakels uit de weg te ruimen en financiële incentives te creëren.

Waarom 30 uur het nieuwe voltijds moet worden

Onze voltijdse werkweek is blijven steken in de vorige eeuw. Sinds het midden van de jaren 1970 viel de collectieve arbeidsduurverkorting min of meer stil. Voltijds werken bleef steken op een kleine 40 uur per week. Die stilstand is vreemd. In de jaren 1970 en 1980 voltrok zich de grote vrouwelijke revolutie op onze arbeidsmarkt. Tijdens de hoogdagen van het kostwinnersmodel was de taakverdeling in een gezin nog strikt afgebakend. Anno 2018 moeten werkende ouders betaald werk weten te verzoenen met een 'tweede shift' van huishoudelijk werk en zorg. In gezinnen met (jonge) kinderen dikt die onbetaalde arbeid aan tot een deeltijdbaan voor mannen (20 uur) en een vier vijfde voor vrouwen (32 uur). Het verklaart de drukte op het spitsuur van het leven. We hebben dringend nood aan een werkweek op maat van tweeverdieners en alleenstaande ouders.

De kortere werkweek biedt een antwoord op heel wat maatschappelijke kwalen. Het creëert gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Eens er kinderen zijn, schroeven veel moeders individueel hun arbeidstijd terug en missen zo de carrièreboot. Arbeidseconoom Nick Deschacht (KU Leuven) becijferde dat veertig percent van de lagere promotiekansen van vrouwen rechtstreeks samenhangt met de minder gewerkte uren. Aan de start van de carrière bouwen vrouwen een achterstand op die ze later maar moeilijk ingelopen krijgen.

Minder werken zou bovendien op elk doktersvoorschrift moeten prijken. In de Scandinavische landen experimenteert men met de regelmaat van de klok met de zesurendag. De kortere werkdag blijkt een zegen voor je gezondheid. Het palmares van de Scandinavische 30 urenweek oogt fraai: minder stress, langer en beter slapen en een meer actieve levensstijl. Verpleegkundigen hadden bovendien minder last van nek- en rugklachten. België staat bekend voor zijn citroenloopbanen. Midlifers werken zich uit de naad, om vervolgens ‘op’, gedemotiveerd of ziek (vervroegd) de arbeidsmarkt te verlaten. De burn-outs pieken niet toevallig bij die leeftijdsgroep. De combinatie van betaald en onbetaald werk weegt te zwaar. De kortere werkweek moet de hele loopbaan beter verteerbaar maken.

De lijst met argumenten voor collectieve arbeidsduurverkorting is ellenlang. Het zorgt voor een betere verdeling van de beschikbare arbeidstijd door kansen te bieden aan onvrijwillig deeltijders en werkzoekenden. Het biedt een antwoord op het gestaag verdwijnen van informele zorg uit onze samenleving en waardeert ten volle het vele onbetaald werk. Het biedt een antwoord op de uitdagingen van de digitalisering. Wie minder werkt, heeft bovendien een lagere ecologische voetafdruk. De kortere werkweek stimuleert creativiteit en innovatie. Collectieve arbeidsduurverkorting creëert tot slot ruimte voor maatschappelijk engagement. Kortom, de kortere werkweek hertekent onze samenleving fundamenteel. Aan de overheid om de trend naar collectieve arbeidsduurverkorting nieuw leven in te blazen.

Wolfijzers en schietgeweren

Bedrijven en organisaties die, net als Femma, de voltijdse werkweek willen inkorten, stuiten op heel wat praktische, juridische en financiële hindernissen. De vrouwenorganisatie moest zelfs een jurist onder de arm nemen. Terwijl ze de werkweek voor eigen rekening inkorten en daarbij extra tewerkstelling creëren. Begrijpe wie begrijpe kan.

Om andere bedrijven in Femma’s voetsporen te laten treden, moeten we hindernissen uit de weg ruimen en financiële incentives creëren. Om te beginnen, kammen we best de bestaande sociale wetgeving uit. Om experimenten op het terrein te stimuleren, stel ik voor om collectieve werktijdverkorting ondubbelzinnig uit te sluiten van de Loonnormwet. De kortere werkweek met loonbehoud leidt immers niet automatisch tot een hogere productiekost. Daarnaast moeten we financiële incentives creëren voor bedrijven en organisaties die met de kortere werkweek koppelen aan de slag willen. In 2016 liepen de loonsubsidies en bijdragekortingen in ons land op tot 13,5 miljard euro. Laten we een deel van die bedrijfssteun heroriënteren richting collectief minder werken met extra tewerkstelling. Laten we beginnen met de anderhalf miljard euro waarmee we jaarlijks overuren, shift- en nachtwerk stimuleren, te heroriënteren richting de kortere werkweek. We kunnen de schaarse overheidsmiddelen beter gebruiken om goede arbeidsvoorwaarden te stimuleren, niet? Op die manier zouden ruim 20.000 privébedrijven de werkweek radicaal kunnen inkorten.

Het experiment bij Femma verdient navolging. De maatschappelijke nood is hoog. Onze voltijdse werkweek is onvoldoende aangepast aan de groei van het tweeverdienersmodel en de forse toename van het aantal alleenstaande ouders. Het pad naar de kortere werkweek ligt nu evenwel bezaaid met wolfijzers en schietgeweren. Aan de overheid om die uit de weg te ruimen. Het is de eerste noodzakelijk stap richting 30 urenweek voor iedereen.

Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard.

De gele hesjes tonen dat de klimaatproblematiek een verdelingsvraagstuk is

Wat de coalitie in Zelzate ons leert over democratie