België lijkt verenigd. Niet door de Rode Duivels deze keer, maar door de mogelijke verdwijning van Brussels Airlines. Van een reeks CEO’s in een open brief over Geert Noels tot economiejournalisten: allemaal plaatsen ze vraagtekens bij het mogelijk opgaan van Brussels Airlines in lagekostenmaatschappij Eurowings.
Het codewoord daarbij is “verankering”. Alle commentaren stellen dat een in België verankerde luchtvaartmaatschappij belangrijk is, en dat “de Belgen” dom geweest zijn om Brussels Airlines zomaar over te laten aan Lufthansa. Nu lijkt nationale verankering iets waar je moeilijk tegen kan zijn. Maar als je de argumentatie van het bedrijfsleven en journalisten bekijkt, vallen er wél vraagtekens bij te plaatsen.
Economisch nationalisme?
Ten eerste is het vreemd dat er plots een soort economisch nationalisme de kop opsteekt. CEO’s en commentatoren die normaal grote voorstanders zijn van mondialisering met volledig vrije handels- en kapitaalstromen, zijn opeens chauvinisten die pleiten voor “nationale belangen”, “nationale verankering” en het behoud van onze “kroonjuwelen”. Tegelijkertijd herauten van de mondialisering en bepleiters van economische grenzen, een vreemde combinatie.
Nu zijn er perfect rationele argumenten mogelijk voor beperkingen aan het handels- en kapitaalverkeer. Alleen worden die door het bedrijfsleven en financiële journalisten nooit aanvaard als het om de belangen van werknemers, het milieu of de democratie gaat. De vraag is waarom in dit specifieke geval een eerder instinctieve motivatie dan wel legitiem zou zijn.
Voor de werknemers?
Ten tweede is er de tewerkstelling. Voor de werknemers zijn de negatieve gevolgen van afvloeiingen inderdaad groot. Bij de gedachte aan hoe ze sociaal, financieel en psychologisch geraakt zouden worden door een afbouw van Brussels Airlines past enkel veel empathie.
Alleen kan je niet anders dan een misselijk gevoel krijgen van de hypocrisie. Toen de herstructurering bij Carrefour twee weken geleden werd aangekondigd, werd er nog luid geroepen dat dat toch geen enkel probleem vormt. Jobs genoeg! Dat de herauten van werknemers als wegwerpproducten nu bij Brussels Airlines zouden opkomen voor werknemersbelangen doet de wenkbrauwen fronsen.
Waarom in andere sectoren geen verankering?
Ten derde is er de vraag waarom in andere dossiers het argument van nationale verankering niet even luid klinkt. Zo wil de huidige regering een deel van Belfius verkopen. Daarmee komt de lokale en nationale verankering in gevaar, in een bankenlandschap dat gekenmerkt wordt door een grote buitenlandse dominantie. Er is maar één optie om dat tegen te gaan: Belfius voor 100% in publieke handen houden.
Een ander voorbeeld is het spoor. In het Verenigd Koninkrijk zijn het ironisch genoeg buitenlandse overheidsbedrijven zoals Deutsche Bahn en de Franse SNCF die bepaalde treinlijnen uitbaten en zo mee profiteren van de liberalisering. Het is niet ondenkbaar dat in een geliberaliseerde Belgische markt hetzelfde zal gebeuren. Nochtans vormen de spoorwegen een strategische sector, zeker in het licht van de klimaatdoelstellingen en de mobiliteitsproblematiek.
Verankering waarom en voor wie?
Lokale en nationale verankering kan dus wel degelijk belangrijk zijn. Maar dan op twee voorwaarden. Ten eerste moeten er bredere doelstellingen aan worden gekoppeld. Ten tweede is een echte verankering pas mogelijk als de inwoners van een land en de werknemers en gebruikers van bedrijven meer zeggenschap wordt gegeven.
Over die bredere doelstellingen vinden we weinig terug bij de stemmen die in de media over Brussels Airlines aan het woord komen. Maatschappelijke doelstellingen? Het strategisch belang dat de CEO’s aanhalen gaat over “connecties (…) voor onze ondernemingen, groot en klein, om in staat te zijn onze goederen en diensten te exporteren (…)”. Eerder eigenbelang dan maatschappelijk belang.
Sociale doelstellingen? We wezen al op de hypocrisie als het over werknemers gaat. Ecologische doelstellingen? We weten dat het vliegverkeer veel CO2-uitstoot veroorzaakt. Het lijkt er sterk op dat enkel het beperken van het vliegverkeer voldoende zal zijn om het Klimaatakkoord van Parijs te eerbiedigen.
Ook voor meer zeggenschap over de economie voor burgers, werknemers en consumenten wordt niet gepleit. Hooguit gaat het over een select groepje Belgische vermogende investeerders in plaats van buitenlandse investeerders. Nochtans weten we dat er geen verschil is in de belangrijkste leidraad van beide groepen: winst.
Een échte verankering van bedrijven en sectoren vergt dan ook drastischer veranderingen: een breder debat over maatschappelijke, sociale en ecologische doelstellingen van bedrijven, en andere vormen van eigendom, beheer en controle. Benieuwd naar de open brief van ceo's die daarvoor een pleidooi houden.
Een licht andere versie van dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard.