Ongeveer een jaar geleden sloot IG Metall een akkoord over de tijdelijke vermindering van de arbeidsduur. ‘Flexibiliteit is niet langer een eenrichtingsstraat’, stelde de Duitse metaalvakbond. Met dit akkoord zouden de werknemers terug controle krijgen op hun werktijd en die, indien nodig, kunnen laten dalen.
Om een echte evaluatie te maken van dit akkoord is het nog wat te vroeg, maar enkele resultaten zijn al bekend. In het kort voorzag het akkoord in twee manieren voor werknemers om hun arbeidstijd aan te passen. Ten eerste kregen werknemers het recht om voor twee jaar 80% te werken om erna terug voltijds aan de slag te gaan. Werknemers zagen hun loon ook wel met 20% dalen.
Ten tweede voorzag het akkoord in een extra bonus ter waarde van ongeveer zes werkdagen. Werknemers kregen de keuze om die bonus in te wisselen voor extra verlof. Geen zes dagen, maar acht dagen. Een interessante deal dus. Wat blijkt? Bijna 250.000 werknemers kozen voor de tweede optie en verminderden dus hun arbeidstijd met acht dagen per jaar. Een stuk minder kozen voor de 80%-regeling.
Woorden en daden
Sinds het akkoord van IG Metall zijn er nog vele andere stappen vooruit gezet rond arbeidstijd. Zo hebben verschillende Europese vakbonden hun eisen rond arbeidstijd afgeborsteld en scherp gesteld. De Engelse TUC zette de vierdagenweek voorop (en het voorstel wordt onderzocht door Labour), net zoals de Ierse vakbond van de openbare diensten Forsa. De Poolse OPZZ, de Tsjechische CMKOS, de Spaanse UGT en PSC-CCOO; allemaal hebben ze arbeidstijd terug op tafel gelegd (en ik vergeet er zeker nog een paar).
Maar het bleef ook niet enkel bij woorden. Drie mooie voorbeelden van daden kunnen we vinden in Nederland, het VK en Duitsland. In Nederland slaagden de veiligheidsagenten erin om een vermindering te verkrijgen van twee werkuren per week; in het VK zijn het de postbedienden die een 35 urenweek moeten bereiken in 2022 en in Duitsland hebben telecomwerknemers een verminderde werktijd gerealiseerd.
Aandacht voor experimenten
Nochtans is de kans groot dat je van deze voorbeelden niets gehoord of gelezen hebt in de nationale en internationale pers. Ook ik moet regelmatig met google translate aan de slag om ook maar enige informatie te vinden over bijvoorbeeld de stakingen in Portugal van verplegers en anderen rond arbeidstijd.
Als het gaat over arbeidsuren focust onze pers vooral op hippe experimenten in sommige bedrijven zoals Perpetual Garden, Amazon, Synergy Vision en consoorten. Dat levert mooie verhalen op, maar is volgens mij nefast voor het verdere debat.
De meeste van deze experimenten worden ingevoerd door min of meer verlichte werkgevers die het nut van minder werken inzien. Dat is natuurlijk positief, maar daarbij komt dat de verminderde arbeidstijd zelden een recht is van werknemers. Het is meer een gunst van de werkgever die, indien de resultaten tegenvallen of de werkgever van mening verandert, terug ingetrokken kan worden.
En als zulke experimenten teruggeschroefd worden (of eenvoudigweg ten einde komen), dan is de schade groot. Het bekende experiment in Zweden is daarvan een mooi voorbeeld. Ook al was de periode op voorhand vastgelegd, toch werd het einde van het experiment geframed als een absolute mislukking. Een foute framing, die helaas moeilijk te corrigeren valt.
Minder werken voor allen, niet enkelen
Maar misschien nog belangrijker is dat niet-gesubsidieerde experimenten meestal plaatsvinden in specifieke bedrijven. Dat zijn dan bedrijven die het vooral moeten hebben van de kwaliteit van het werk en niet zozeer de kwantiteit. Reclamebureaus, PR-bedrijven, hoogtechnologische bedrijven, allemaal drijft het succes in grote mate op de kwaliteit en de motivatie van de werknemers. Minder en beter werken kan daar een groot verschil maken voor de productiviteit.
Fantastisch, maar dat gaat niet op voor alle bedrijven en alle werknemers. Nemen we de bewakingssector. Een gemotiveerde veiligheidsagent zal ontegensprekelijk een betere job doen, en het bedrijf zal daar de vruchten van plukken. Maar in die sector speelt kwantiteit (uren aanwezigheid) een even grote rol als kwaliteit.
En toch slagen de bewakingsagenten in Nederland erin om een verminderde werkweek binnen te halen. Hun verhaal gaat niet over slimmer werken, maar over sensibiliseren, organiseren en onderhandelen met de werkgevers. Op het sectorniveau en niet op het bedrijfsniveau, om de concurrentie niet te laten spelen op arbeidsvoorwaarden.
De Nederlandse bewakingsagenten, de Duitse telecomwerknemers, de Portugese arbeiders van de waterwerken, de Britse postbedienden: als we een arbeidsduurvermindering willen for the many, not the few, dan moeten dat onze helden zijn.
Dit opiniestuk verscheen eerder bij Mo*.