Eind vorig jaar lanceerde de Europese Commissie haar Green Deal. In vergelijking met het flauwe ecologisch beleid onder de vorige voorzitter, Jean-Claude Juncker, is dit plan meer dan twee stappen vooruit in de goede richting. Het plaatst de aanpak van de klimaatcrisis en andere ecologische uitdagingen op een hoger niveau en wil die op een geïntegreerde wijze aanpakken. De Green Deal wil de Europese Unie omvormen tot een welvarende en rechtvaardige samenleving, met een competitieve economie, die tegen 2050 netto geen broeikasgassen meer uitstoot.
Toekomst in Europa is duurzaam en rechtvaardig
De Green Deal is een samenhangend pakket aan beleidsprojecten dat Europa wil klaarstomen voor de toekomst. Centraal staat een Europese Klimaatwet, zodat er een bindend engagement komt om tegen 2050 klimaatneutraal te worden, in tegenstelling tot het vrijblijvende Klimaatakkoord van Parijs. Er wordt ingezet op een Europese kringloopeconomie, wat ons meteen minder kwetsbaar maakt bij een pandemie omdat productielijnen korter worden.
Met de zero pollution-aanpak krijgen we een gezond leefmilieu, terwijl de Farm to Fork-strategie moet zorgen voor gezonder voedsel op ons bord, minder pesticiden op het veld en meer biodiversiteit rond de akkers. Het Just Transition-Fonds moet ervoor zorgen dat landen met bijvoorbeeld steenkoolregio’s voldoende ondersteuning krijgen om de reconversie op een sociaal verantwoorde wijze te realiseren.
Neem daarbij nog andere beleidspakketten zoals mobiliteit en je hebt een totaalpakket. Het is een verdienste van de Commissie om bijna alle lidstaten achter dit nieuwe ambitieuze beleid te krijgen.
De Green Deal is helemaal niet perfect. De Farm to Fork-strategie dreigt een lege doos te worden zolang ze losstaat van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, dat goed is voor meer dan een derde van het Europese budget. Terwijl de huidige handels- en investeringsakkoorden moeilijk verenigbaar zijn met een ambitieus klimaatbeleid, geeft de Commissie geen enkele indicatie dat ze het op dat vlak over een andere boeg wil gooien.
Waar het geld voor de nodige overheidsinvesteringen vandaan moeten komen als de EU vasthoudt aan begrotingsdiscipline en een verbod op monetaire financiering, is nog een groot vraagteken. En als regio die vroeg industrialiseerde, heeft Europa de verantwoordelijkheid sneller te gaan. 2050 is binnen het kader van mondiale rechtvaardigheid te laat om klimaatneutraal te zijn.
Van 13 naar 18 koplopers, België bengelt achteraan
Toch biedt de Green Deal een degelijk kompas om Europa in de richting van een sociale en ecologisch duurzame samenleving te sturen. Het is dat des te meer in woelige tijden, zoals nu met de coronacrisis. Vertegenwoordigers uit alle hoeken van de samenleving erkennen dat ook. Zo verscheen op 14 april een oproep ondertekend door Europese parlementsleden van verschillende politieke families, CEO’s, bedrijfsverenigingen, vakbonden en ngo’s.
Samen benadrukken ze dat het juist nu tijd is om te kiezen voor een versnelling van de ecologische transitie, en dringen ze aan om budgetten voor investeringen afhankelijk te maken van klimaatverbintenissen. Ook een groep van zeventig Duitse bedrijven deed recent een oproep in dezelfde zin.
Op politiek vlak zagen we dezelfde beweging. Op initiatief van Denemarken riepen milieuministers van aanvankelijk dertien lidstaten de Europese Commissie op om de Green Deal als kader te gebruiken voor haar antwoord op de economische coronacrisis. Ze beklemtonen dat we de verleiding moeten weerstaan om kortetermijnoplossingen te nemen die Europa verder opsluiten in een lock-in, waarbij we nog jaren vastzitten in een fossiele-brandstoffeneconomie.
Ondertussen zijn de dertien ministers met achttien en vormen ze binnen de EU een meerderheid. Al onze buurlanden hebben getekend, net als de Scandinavische landen waaraan de Vlaamse regering zich – in woorden althans – zo graag spiegelt. Ook landen als Slowakije, Slovenië en Roemenië hebben begrepen dat de economie van morgen niet die van gisteren zal zijn.
Niet innoveren is achterblijven
Je zou verwachten dat België als land dat graag uitpakt met innovatie en technologische ontwikkeling mee wil zijn met deze groep. Maar nee, België zit in het groepje achterblijvers waaronder landen die nog met steenkool zitten (Polen, Tsjechië), schalieolie produceren (Estland) of simpelweg illiberale democratieën (Hongarije). Het is niet de schuld van Wallonië of van Brussel, die wat graag willen demarreren tot bij de grote kopgroep.
Het probleem is een koppige surplace van Vlaanderen. Daarmee bewijst de Vlaamse regering België noch Vlaanderen een dienst, integendeel. Als we telkens niet thuis geven, en met een lekke band langs de kant staan zwaaien en roepen terwijl de anderen een versnelling hoger schakelen, zullen we finaal in de bezemwagen belanden.
We hopen dat de Vlaamse regering het risico van haar beleid goed beseft. Ooit dachten we dat filmrolletjes de eeuwigheid hadden. Zelfs toen de digitale camera’s in de etalages verschenen en onze telefoons camera’s werden. De grote producenten van filmrolletjes zagen de verandering met lede ogen aan en toen ze wakker schoten, was het te laat. Als we niet opletten is deze Green Deal het Kodak-moment voor Vlaanderen.
Je kan de rode loper met belastinggeld blijven uitrollen voor fossiele plasticbedrijven als Ineos, of je kan diezelfde pot subsidies gebruiken om bedrijven in de richting van circulaire processen te duwen. Je kan geld uit het Klimaatfonds blijven doorspelen naar fossiele ondernemingen als ExxonMobil, of je kan het gebruiken om de broodnodige klimaatinvesteringen te financieren.
Als de Vlaamse regering blijft rekenen op fossiele technologie zal ook de daarvan afhankelijke economie in Vlaanderen verkommeren tot een fossiel. We kunnen ons niet voorstellen dat ze dat wil. Want België kan als hoogtechnologisch en innovatief land mee de leiding nemen in de overgang naar een fossielvrije economie.
De Europese Green Deal als kader gebruiken voor het economisch herstel is daarin een eerste stap. Waar wacht de Vlaamse regering op om aansluiting te maken bij de groeiende kopgroep, en daarna hopelijk mee het tempo richting toekomst te bepalen en op te drijven?
Dit opiniestuk verscheen eerder bij Mo*.