Vrijheid, blijheid, burnout?
Over arbeidsmarktderegulering en wat dat betekent voor welzijn, werknemers, en welvaart.
https://www.denktankminerva.be/studies/fundamenten
Erik Schokkaert: Intergenerationele solidariteit en de sociale zekerheid
Wouter De Tavernier: Pensioenen in een geïndividualiseerde samenleving
Frank Vandenbroucke: Zekerheid, armoede, vrijheid: richtingwijzers voor de sociale zekerheid die we nodig hebben
Bea Cantillon: Na 75 jaar sociale zekerheid: nood aan Europese samenwerking om structurele tekortkomingen te overwinnen
https://www.denktankminerva.be/opinie/2019/5/20/een-betaalbaar-pensioen-is-een-keuze
https://www.denktankminerva.be/opinie/2019/5/16/rijk-doet-leven-arm-doet-sterven-de-gezondheidsafgrond
https://www.denktankminerva.be/opinie/2019/4/19/uw-loon-of-uw-leeftijd
https://www.denktankminerva.be/opinie/2018/10/8/de-afschaffing-van-ancinniteit-zal-oudere-werkzoekenden-niet-helpen
https://www.denktankminerva.be/opinie/2017/9/4/herfstdagen-voor-de-gepensioneerde-dankzij-het-zomerakkoord
Tegelijkertijd en maatregelen
Het recept is klassiek en wordt op de opiniepagina’s tot in den treure herhaald: minder regels betekent minder arbeidsmarktproblemen. Beperkingen op nachtwerk, minimumloon, barema’s, ancienniteitsverloning, etc. moeten op de schop: meer vrijheid, meer blijheid. Zeker voor diegenen die nu op de arbeidsmarkt uit de boot vallen.
Er is echter zelden veel wetenschappelijke steun voor al die verkondigde positieve effecten van arbeidsmarktderegulering. Wat wél gestaafd is, is dat zulke arbeidsmarktregulering er gekomen is voor een goede reden: minder regulering betekent meer nadelen voor de zwakste partijen op de arbeidsmarkt.
In deze stukken biedt Minerva het nodige cijfer, studie, en argumentatiewerk dat de lusten van arbeidsmarktderegulering onduidelijk zijn, maar de lasten alleszins voor de werknemer.
Een luchtvaartsector in publieke handen is de enige oplossing om op economisch, sociaal en ecologisch vlak te beantwoorden aan de uitdagingen van een 21ste-eeuwse transportsector.
Na de crisis van 2008 zagen we overal bezuinigingen die de arbeidskwaliteit en de dienstverlening in de publieke sector onder grote druk zetten. Laten we nu al besluiten dat de publieke sector de prijs van de coronacrisis niet opnieuw zal betalen.
Waar zijn de vakbonden in de coronacrisis? Om het met de woorden van Marc Van Ranst te zeggen: ze hebben momenteel geen tijd om te spelen, want ze moeten de gevolgen van een pandemie te lijf.
De coronacrisis versterkt de ontwrichtingen die de neoliberale ideologie in ons sociaaleconomisch systeem heeft veroorzaakt. Wat leert de coronacrisis ons over de toekomst van werk?
De belangrijkste vraag is natuurlijk: is het huidige systeem van anciënniteit een probleem, en zijn oudere werknemers écht “te duur”? Dat blijkt alvast niet uit de feiten.
Flexibilisering is geen effectief arbeidsmarktbeleid en De link tussen flexibilisering en meer jobs is verre van gegarandeerd, in tegenstelling tot wat het liberale dogma beweert.
De reactes op de zware onslagronde bij Carrefour zijn doortrokken van een dogmatisch marktdenken, een houding die we het best opnieuw kwijtspelen.
Het minimumloon verlagen om jongeren hun tewerkstellingskansen te verhogen gaat lijnrecht in tegen de meest recente studies en internationale beleidsaanbevelingen hierover.
De pleidooien voor de “flexibilisering” van de arbeidsmarkt berusten op drie mythes, waardoor we kost voor werknemer, onderneming én samenleving niet zien.
Deeltijdwerken is zeker bij vrouwen populair, terwijl het nefast is voor hun promotiekansen, sociaalzekerheidsvoorzieningen, en zelfstandigheid. Is deeltijdwerken dan wel een probleem?
Met studentenarbeid is op zich niets mis. Maar moet dit gebeuren zonder bij te dragen aan een betaalbare sociale zekerheid, in steeds precairdere sectoren en zonder eigen rechten op te bouwen?
De link tussen precair werk en gezondheid toont de contradictie tussen de “wendbaarheidsagenda” en de “werkbaarheidsagenda”, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Kijken we naar het aandeel van vertegenwoordigers geconfronteert met pestgedrag en dreigen met ontslag, is die ontslagbescherming voor délégués er voor een zeer goede reden.
De Duitse hervorming van het werkloosheids- en sociale bijstandssysteem mag dan wel een positief effect hebben gehad op de werkgelegenheid, een job hebben betekent niet langer de armoede kunnen ontvluchten.
Onderzoekster Monique Kremer (Univeristeit van Amsterdam), lid van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid presenteert het WRR-rapport ‘Voor de zekerheid’. Vervolgens gaat ze in debat met o.a. Prof. Dr. Christophe Vanroelen (Vrije Universiteit Brussel).