De sociale vekiezingen in België leiden niet tot een democratie op bedrijfsniveau. Gecontroleerd experimenteren kan dat verhelpen.
All in Sociale Dialoog
De sociale vekiezingen in België leiden niet tot een democratie op bedrijfsniveau. Gecontroleerd experimenteren kan dat verhelpen.
Deze week zijn duizenden werknemers terug op hun werkplek aan de slag gegaan. Het Belgische systeem van sociaal overleg heeft troefkaarten in de hand om hier constructief mee om te gaan: de positieve effecten van vakbonden op gezondheid en veiligheid op het werk kunnen we in deze pandemie goed gebruiken.
Een voorbarige heropening van de economie onder druk van de economische elite is spelen met mensenlevens en zal ten koste gaan van onze welvaart. Bij het debat erover is het dus uiterst belangrijk dat de beleidsmakers niet enkel naar de bedrijfsbelangen luisteren.
Na de crisis van 2008 zagen we overal bezuinigingen die de arbeidskwaliteit en de dienstverlening in de publieke sector onder grote druk zetten. Laten we nu al besluiten dat de publieke sector de prijs van de coronacrisis niet opnieuw zal betalen.
Waar zijn de vakbonden in de coronacrisis? Om het met de woorden van Marc Van Ranst te zeggen: ze hebben momenteel geen tijd om te spelen, want ze moeten de gevolgen van een pandemie te lijf.
We gaan allemaal gelijkwaardig stemmen, maar vooral de beleidsvoorkeur van de rijken bepaalt welke maatregelen men uiteindelijk invoert. Vakbonden en middenveld moeten dus de politiek niet enkel overlaten aan de politici.
De maatschappelijke keuze om absenteïsme te beperken door werknemers een collectieve stem te geven, of door ze bang te maken met een massa werklozen ligt voor de hand. Uit studiewerk blijkt dat de aanwezigheid van de vakbond én de sterkte van werknemersparticipatie op ondernemingsvlak een negatief effect hebben op absenteïsme